De Joodse vlees
slagter
Wim Boersma
In
de inwonerslijst van Houthem van 1796
treffen we een intrigerende naam aan. In huis 34 te
Strabeek woont dan een gezin bestaande uit een 40-jarige man,
Moijses Caan, mogelijk diens echtgenote Sara Heijmans die 25
jaar oud is en vier kinderen jonger dan twaalf jaar. Als
beroep wordt vlees slagter vermeld.
De naam Caan is
zeker niet gebruikelijk in de regio. In combinatie met de
voornaam Mozes lijkt het waarschijnlijk dat het een weergave
is van de naam Kahin of Cohen, die erop wijst dat de drager
een nakomeling is van Levi, de derde zoon van Jakob en Lea,
waarvan de afstammelingen (de Levieten) tempeldiensten
verrichten. Zoeken we in Echo's uit Houthems verleden naar
nadere gegevens, dan weet Philippens nog als bijzonderheid te
vermelden, dat dit huis, voordat Moses Caen er kwam wonen,
verblijfplaats was van Isaac en Joseph Levi. De herkomst van
deze informatie wordt helaas niet genoemd.
Wie van
Strabeek langs de kronkelende weg het plateau opgaat naar
Schimmert, komt eerst in Groot Haasdal terecht. Juist voordat
men weer echt in de bebouwde kom belandt, is het mogelijk om
langs de rand van het plateau weer naar het zuiden terug te
gaan, waar de verharde weg al snel plaats maakt voor een
eenvoudige landweg. Volgt men die enkele tientallen meters,
dan ziet men links van de weg een recent gerenoveerde kleine
Joodse begraafplaats, waarop zich een viertal hardstenen
grafmonumenten bevindt. De stenen staan rechtop, waarbij voor-
en achterzijde oost-west zijn gericht.
Op de stenen
staat een Hebreeuwse tekst, die in alle gevallen wordt
afgesloten met TNSBH, hetgeen betekent: Tijeh Nisjmato
Tseroer Bitsroer Hachajim [zij zijn/haar ziel gebundeld in
de de vlecht (der zielen) des levens].
Gelukkig voor de
toevallige passant staat er voor een deel ook een tekst op in
latijns schrift, waardoor het mogelijk is te zien, wie hier
met zoveel piëteit een laatste rustplaats is gegeven. Zelfs
lag er bij mijn bezoek op de dag na dodenherdenking een
boeketje bloemen, terwijl voorbijgangers naar Joods gebruik,
op de rechter 'schouder' van een van de monumenten enkele
steentjes hadden gelegd.
Op één van de stenen staat
behalve de naam van degene die hier te ruste is gelegd een
bijzondere afbeelding. Het zijn twee geheven handen, die met
de afstaande duimen elkaar raken, terwijl zij gespreid worden
gehouden tussen ring- en middelvinger, waarbij pink- en
ringvinger zowel als wijs- en middelvinger tegen elkaar worden
gehouden. Het zijn zegenende handen, hetgeen erop wijst, dat
de persoon die hier begraven ligt een religieus ambt
vervulde.
Op de grafsteen staat dat dit JACOB CAEN was,
die in zijn drie-en-zestigste levensjaar overleed te Haasdal
op 16 november 1882. Ernaast staat een steen waarop diens
echtgenote, CAROLINE CAAN, geboren STIEL wordt vermeld. Deze
overleed op 21 augustus 1914 in haar drie-en-tachtigste
levensjaar.
Over deze familie Caen/Caan (en zelfs
Caenen!) is wel iets bekend, dankzij een korte genealogie van
de hand van de heer Bartholomeus uit Meerssen, die helaas niet
echt volledig is. De familie Caen behoorde tot de Joodse
gemeenschap in Meerssen, waarvan een overzicht bestaat per
familie. |
|
Deze familie
begint met Mozes Caan (later Jacques Caanen), slager, geboren
te Ippendorff bij Bonn in 1734, die zich omstreeks 1771 in
Haasdal vestigde. Van hem wordt slechts één zoon vermeld,
Michel Caan, geboren te Schimmert 16 mei 1772 (anderzijds
wordt de datum 20 maart 1778 vermeld), die te Schimmert op 4
juli 1810 trouwde met Esther Abraham. Hierbij past een
kanttekening. Op 10 november 1822 komt Michel Caanen, samen
met zijn buurman Notermans, bij het gemeentehuis van Schimmert
aangifte doen van het in Haasdal overlijden van zijn vader
Moses Caanen diezelfde dag. Michel geeft dan op dat hijzelf
56 jaar oud is (dus geboren in 1766), terwijl zijn vader 100
jaar oud is geworden. Dit valt slecht te rijmen met de door
Bartholomeus opgegeven data. Deze data komen wel overeen met
de leeftijden die werden opgegeven bij de naamsaanneming en
naamsbehoud, zoals in de Franse tijd in Schimmert werd
geregistreerd in 1808/1809. Moise Cain (Jacques Caanen) is dan
73 jaar en Seligman Cain (Michel Caanen) 36
jaar.
Michel Caan, voor 1808/1809 Seligman Cain
genoemd, die evenals zijn vader slager van beroep was, en
Esther Abraham (later vermeld als Ester Burger) kregen 8
kinderen, waarvan Jacob Caen het derde was.
Een broer
van Jacob, David Caen, koopman, geboren te Haasdal op 11
augustus 1815, overleden te Hulsberg op 8 januari 1903, werd
eveneens te Haasdal begraven.
Jacob Caen, geboren te
Haasdal op 20 november 1819, gehuwd met Caroline Stiel, was in
het voetspoor van zijn vader en grootvader slager en tevens
graankoopman. Door Bartholomeus wordt slechts één zeer jong
gestorven dochtertje vermeld, maar gelet op de tekst van de
grafmonumenten, waarop zij de onvergetelijke vader en moeder
genoemd worden, ligt een groter aantal afstammelingen voor de
hand.
De vierde grafsteen vermeldt David
Benedik.
Dit alles brengt ons echter geen stap dichter
bij de Mozes Caan die in Strabeek woonde en geboren moet zijn
omstreeks 1756 (40 jaar oud in 1796).
Om het geheel nog
wat ingewikkelder te maken mag niet onvermeld blijven, dat op
30 april 1807 de dan omstreeks 38-jarige Moises Caanen in
Schimmert aangifte komt doen van de geboorte op die dag van
zijn zoon Joseph. Zijn echtgenote heet Sara Manuel. Deze Mozes
Caan, reizend koopman (marchand rouland) van beroep, is
geboren omstreeks 1769. Dit zou derhalve nog een zoon kunnen
zijn van de eerdergenoemde stamvader Mozes Caan en dus een
broer van Michel.
Vooralsnog is dit een genealogisch
vraagstuk zonder oplossing, nog extra bemoeilijkt door de
grote verschillen in de opgegeven leeftijden, die mogelijk
zijn gebaseerd op een andere tijdrekening dan de voor ons
gebruikelijke.
Met dank voor de vriendelijke
hulp en deskundige toelichtingen van drs M. Asscher, drs J. de
Leeuwe en van de heren J. Bruls en dr M. Hamburger van de
synagoge en het Leerhuis te Meerssen.
Zie
verder: De
Joodse graven op
Haasdal |