Villa Strabeek 54 en zijn bewoners
Fons Heijnens
(*)
Verscholen achter
hoge imposante bomen ligt in Strabeek een opmerkelijke villa,
waarop men slechts van op afstand door het hekwerk aan de
provinciale weg een bescheiden blik kan werpen. Vanuit de
trein op de vlak erlangs lopende spoorlijn en vanaf de daaraan
parallel lopende veldweg, heeft men zicht op de achterzijde
van het gebouw en op de apart staande loodsen en
opslagplaatsen. Via de Strabekerveldweg ('t Sjterk Look) kan
men het grote park met de woning en bijgebouwen van de familie
Theunissen bereiken.
Wat is er bekend van
dit gebouw en zijn (vroegere) bewoners?
De uit mergel en
baksteen opgetrokken grote villa, met zijn opmerkelijke
vormgeving, met rechthoekige en rondboog vensters en zijn
typische torenspits, is gebouwd door een zekere ir. van
Melsen, die er zelf in ging wonen. In 1860 werd met de bouw
begonnen en drie jaar later in 1863 was het gebouw klaar.
Nadat de eerste bewoner, ir. van Melsen, er enige jaren in
gewoond had, vertrok deze naar elders en werd het gebouw
betrokken door zijn broer Charles Chrétien. Deze was
rentenier. Zijn enige dochter Laure Charlotte Marie Jeanne,
gehuwd met J. Hanin, woonachtig te March (B.), erfde na zijn
dood het gebouw.
Hanin verkocht de
villa in 1899 aan mevrouw Caroline Maria Gertrude Erens-Deden,
echtgenote van dr. Alphons Erens, destijds burgemeester van
Valkenburg. Er vond een ingrijpende verbouwing plaats. Het
dak werd geheel vernieuwd, er kwam een kleine toren aan de
voorkant van het huis, aan de zuidzijde werd een waranda
aangebouwd, er werd een bijkeuken en achterserre gebouwd, er
werden nieuwe sierlijke ornamenten om de ramen aangebracht en
er werd een centrale hete luchtverwarming aangelegd. Deze werd
gestookt met poederkool, die alleen verkrijgbaar was bij
Staatsmijn Wilhelmina.
De villa was het
eerste electrisch geïnstalleerde gebouw in Houthem. In een van
de ruimten stond voor dit doel een grote generator
opgesteld. Het echtpaar Erens-Deden bewoonde de villa
Strabeek bijna 50 jaar, samen met hun twee kinderen en
Carolines enige zoon Herbert (uit het eerste huwelijk met Leo Mattonet
(1854-1891)) met zijn echtgenote Tine Willems en dochter
Charlotte. (1)
Mevrouw Erens, die
overigens geen Nederlands sprak, maar wel haar moedertaal
Duits en ook vloeiend Frans en Italiaans sprak, was een groot
dierenliefhebster. Zij had verschillende soorten eenden,
ganzen en enkele reeën. Uiteraard waren er in die tijd
koetsen. Daarvoor had de familie de beschikking over twee
koetspaarden en nog eens twee rijpaarden.
Na het overlijden van
Alphons Erens in 1947 bewoonden mevrouw Tine Mattonet-Willems
en haar dochter Charlotte, gehuwd met Germain Rutten, de grote
en goed onderhouden villa Strabeek. In de zogenaamde
torenkamer en in een kleinere kamer woonde de familie
Hambeukers-Roobroeks. Deze oefenden elders een boerenbedrijf
uit.
In 1948 kwam het gebouw via een
gerechtelijke verkoop in bezit van de Maastrichtse aannemers
Albert en Louis Theunissen. Albert heeft het gebouw in
1948-1949 volgens plannen van architect J. Schelberg, die het
gebouw toen opgemeten en in kaart heeft gebracht, ingedeeld in
enkele separate woningen. Daarvoor werd de oorspronkelijke
monumentale eiken trap verwijderd, waardoor de grote hal met
trappenhuis voor een groot deel kwam te vervallen. De voor het
gebouw kenmerkende afgeplatte torenspits, voorzien van een
ijzeren ballustrade, werd veranderd: het vierkant platform
werd kleiner van oppervlak. Het dak werd vernieuwd. Het
vroegere koetshuis met paardenboxen werd omgebouwd tot
kantoorruimte. Het gezin van Albert Theunissen, met
destijds zes kinderen, ging in mei 1949 in het imposante
gebouw wonen. Ook Albert's broer Louis, vestigde zich hier.
Enige jaren later, in 1955, verhuisde deze weer naar
Maastricht. Na de verbouwing werden in de jaren
1950-1952 op de voormalige moestuin aan de westzijde een
opslagloods met bijgebouwen voor het aannemersbedrijf
gebouwd. Het gebouw zelf, dat grotendeels uit mergel
is opgetrokken, is vroeger eens geschilderd geweest. Deze oude
harde verflaag is bijna geheel vergaan, maar heeft wel gezorgd
voor een "verstening" van de buitengevels, waardoor het hele
gebouw een "patin" heeft gevormd. Deze harde laag vormt samen
met de harde kalklaag van de mergelsteen, een goede
bescherming van de buitengevels, waardoor geen vocht kan
binnendringen in de gevels. Rondom het gebouw is een
hardsteen plint geplaatst, welke tot het aangrenzende maaiveld
is aangezet. Inmiddels is het gebouw voorzien van dubbele
ramen en deuren.
Sinds 1994 staat het pand met
bijbehorende gebouwen op de lijst van jonge monumenten.
De heer Theunissen was een groot liefhebber van
tennissen. Daarom werd in 1952-1953 bij de villa een
tennispark met twee banen aangelegd, op de plek waar voorheen
een fruitplantage en gazons lagen. Rondom stonden grote bomen,
zoals beuken, eiken, tamme kastanjes, lindenbomen en
iepen.
Wanneer in het najaar
de tamme kastanjes rijp waren, kwamen vele mensen uit Houthem
deze zoeken en klauterden daarvoor over het heg om deze te
rapen. Door ouderdom zijn de meeste van deze bomen
afgestorven. Deze tennisbanen werden ook - tot 1975 - voor
het publiek opengesteld. De familie Theunissen maakte daarna
zelf nog van deze tennisbanen gebruik, maar vanaf 1980 zijn ze
niet meer gebruikt, mede door het vele noodzakelijke
onderhoud. |
|
In verband met de
gezondheidstoestand van zijn echtgenote, Jeanne Frissen, ging
het echtpaar in Oostenrijk wonen. Enkele zonen uit dit
kinderrijke gezin (9 jongens en 3 meisjes) namen het bedrijf
van hun vader over. Mevrouw Jeanne Theunissen-Frissen overleed
in 1976; Albert Theunissen in 1994. Beiden zijn in het
familiegraf in Houthem begraven.
In de loop der jaren
is het pand goed onderhouden en is een aantal zaken
bijgebouwd: een serre, bestemd voor het kweken van zomergoed
in de tuin en de borders, en een oranjerie als
overwinteringsplaats voor grote palmen en oleanders, welke
zomers buiten worden opgesteld. In de tuin is een volière
gebouwd en een vijver aangelegd. De paden in de tuin zijn
verhard met grind e.d. en voorzien van goten, omdat het
regelmatig bij stortbuien voorkwam dat de paden werden
uitgespoeld. Tegenwoordig is in het gebouw het
kantoor van de familie gevestigd. De werkplaatsen achter het
pand worden nog regelmatig gebruikt voor opslag, aan- en
afvoer van materialen en het verrichten van werkzaamheden voor
het aannemersbedrijf.
Wie was Alphons Erens? Jan
Willem Alphons Erens werd te Valkenburg geboren op 26 april
1859. Hij was een van de negen nakomelingen van het echtpaar
Jan Gerard Erens (1818-1903), hereboer en leerlooier te
Valkenburg, en Maria Barbara Schetters (1824-1900).
( 2)
Alphons studeerde
filosofie en geologie te Leuven (B.) en promoveerde tot doctor
in de geologie. Hij trouwde op 28-5-1895 met Caroline Maria
Gertrude Deden, het vierde kind van het echtpaar
Deden-Bacciocco. Haar vader Fritz was een bekend Akens
industrieel (lakenfabrikant). Caroline werd in Aken
geboren op 22-6-1864. Zij was weduwe uit het eerste huwelijk
van ir. Leo Mattonet, industrieel te St. Vith
(1854-1891). Naast burgemeester in zijn
geboorteplaats Valkenburg (1894-1907) was Alphons Erens ook
van 1900 tot 1912 burgemeester van de gemeente Houthem. Hij
volgde daar J.C.F.J. (Frans) Corneli op, die dit ambt van 1856
tot 1900 bekleedde. Vanaf 1903 tot 1945 was Erens president
van de raad van bestuur der n.v. Maastrichtse Spijker- en
Draadnagelfabriek v.h. Th. Regout en Co. Tevens was hij daar
van 1911 tot 1939 directeur. (3)
In
Valkenburg was hij mede-oprichter en voorzitter van de
Kurkapel en in de Gerlachuskerk in Houthem was hij vele
tientallen jaren lang kerkmeester. Waarschijnlijk trok daarom
de processie van Houthem vele jaren door het park van de
villa, waar een rustaltaar werd opgebouwd op de waranda aan de
voorkant van het gebouw. Ook na de dood van Alphons Erens,
werd deze traditie door de nieuwe eigenaar Albert Theunissen
nog jaren voortgezet. In die tijd vertrok Sinterklaas ook
jaren achtereen vanaf dit gebouw naar Houthem.
Alphons was officier
in de orde van Oranje Nassau en officier de l'Orde de la
Couronne, een hoge Belgische onderscheiding. In 1939
schonk Erens zijn geologische verzameling persoonlijk aan het
Natuurhistorisch museum te Brussel. Caroline
Erens-Deden overleed te Strabeek op 28 mei 1931, haar
trouwdag. Alphons Erens overleed op 87-jarige leeftijd op 22
februari 1947 te Houthem. Hij werd in het familiegraf op het
kerkhof in Houthem begraven. Het echtpaar Erens-Deden
had twee kinderen: Frits (1897-1990) en Carola (1901-1984).
Frits was werktuigbouwkundig ingenieur. Hij trouwde twee keer.
Uit het huwelijk met Jacoba Pieternella (Coosje) van der
Struyf, kreeg het echtpaar vijf kinderen. Carola huwde Josef
(Sjef) Kuylaars. Uit dit huwelijk werden drie kinderen
geboren.
(*) met dank aan Th. Smeets, L.
Theunissen en mevr. C. Rutten-Mattonet voor hun waardevolle
bijdragen.
Voetnoten ( 1 ) Herbert Mattonet, geboren te
Aken op 15-10-1886, trouwde met Maria Cornelia Hubertine
(Tine) Willems, geboren te Houthem 16-1-1895 (en overleden
aldaar op 16-10-1967). Zij kregen een dochter Charlotte, die
op 3-12-1925 geboren werd. Herbert was ingenieur. Hij overleed
te Houthem op 11-8-1930. Charlotte trouwde in 1947 met ing.
Germain Rutten. ( 2 ) Christien, een van de oudere zussen
van Alphons Erens, was gehuwd met Mathias Leonard Ruypers. Zij
was de eerste vrouwelijke wethoudster en loco-burgemeester van
Nederland. (3) Zie ook: E.J.G. van Royen: 150 jaar Thomas Regout
N.V., waarvan m.n. hoofdstuk 6: Erens' vuurproef,
1911-1920
zie ook: http://www.iisg.nl/ondernemers/pdf/pers-0445-02.pdf |