Banck
Houttem Rolle 07.05.1650 -
06.03.1654
Opm.: De
tussen [..] geplaatste nummers in de tekst geven de paginanummers
aan van de oorspronkelijke geschreven tekst.
Copie
Exhibitu[m] 19 Xbris 1654
GENACHTE GEHOUDEN
coram de Lieut[enant] Vooght, Gerard Gijsen, Mathijs Ruiters, Jan
Finniger, Andries Walthouwers ende Jan Meessen schepenen op den 7[den] Meij
1650.
D'erffgenamen van
Gerrit Doumen, aenlegger, tegens Willem Cangen,
gedaagde.
Den voorn[oemde]
aenleggers concludeert dat de voorn[oemde] gedaaghde sal worden
gecondemneert prompetel[ijck] affstand te doen van alsulcke weijde
onder dese Bancke gelegen als hij tegenwordelijck pretenselijck is
besittende, ende het vrie genott derselven te laeten volgen aen Claas Phlippens, aan
denwelcken de voorn[oemde] aenleggers de voors[eijde] weijde
wettelijck hebben verkoght; mette kosten.
De ged[aagde] in persoon seijd dat hij de
weijde in questie veel jaeren heeft gebruijckt, ende dat hem sulcx
niet binnen behoirlicke[n] tijde is opgeseijdt, insinueerende
mitsdien, dat hem dit lopende jaar het gebruijck als noch sal
volgen, sijnde te weeden als dan affstand te doen; ende dat dien
onvermindert verzoeck scripto.
Word geordonneert aan de aenleggers hier tegens
te doen aff seggen ad p[rim]am et inthi[metur].
GENACHTINGHE GEHOUDEN
den 21s[ten] Maij 1650 ten overstaen van Ghijsen,
Walthouwers , Jan Meessen ende Vinniger,
schepenen.
Den momber des Heeren
met hem gevoegt Andries
Walthouwers, clagers, tegens Jan Vaensen, beclaechden.
Die voerschreven clagers seggen [ende] stellen
int feijt dat den beclachden heem [2] niet en heeft ontsien aff te
ackeren [ende] onbehoerlick te verderven den graeff toebehorende den
voerschreven gevoechden gelegen aen het overbroepxke[n] ende
onnoodige costen te evitieren versoeckt eene gerichtelicke visitatie
te geschieden over den voorschrieven graeff ter gelegenheijt van Uwe
Eerw[erde] ende deselve geschiet sijnde [ende] daer van prumpte
notitie gehouden, ende copie daer van becoemen hebbende alsdan te
concludieren soe ende gelijck hij sal raetsaem
vinden.
Den gedaechden in
persoen met hem gevoegt Henderick
Scheffeneers borger der stadt Maestricht als
intervenient voer Jan
Vaenssen sijnen winne
[ver]soeckt onder protestatien van heem niet voerders alhier te
willen ingeven als hij naer recht en is gehouden copije vande
clachte bij den momber des Heeren tegens hem Vaensen alhier over gegeven, ende met eene
oock, mits 't feijt inde voerschrieven clachte vermelt wordt ontkent
dat parthije tegens parhij sal woerden gestelt; ingeval anders
protestiert van nulliteijt ende andersints doende ondertusschen over
al heisch van costen.
Den momber sustiniert
tot stellen van partije niet en is voerders gehouden mits dat Walthouwers hem alreede is voegende mit den
momber voer sijnen schaede ende interesse persistert daerom bij sijn
[ver]soeck.
Decreet:
Wordt den momber de
gerichtelicke visitatie geaccordiert, ende deselve sal gedaen
woerden tusschen dit [ende] den naesten, accordieren aen Jan Vaenssen
ondertusschen
copije.
[3] Den momber des Heeren, clagere, tegens Jan Vaenssen,
beclaechde.
Die voerschrieve[n] clagere exhibiert clacht,
ende bij foute van antwordt ofte contradictie [ver]soeckt 1º defalt
met herdaechsel.
Den procureur van Jan Vaenssen ontkinnende in maten ende voegen
die clachte bij ofte
van weegen den momber des Heeren alhier tegens heem gedaen ende bij
gevolge d'actie die den voers[chreven] momber daer uijt soeckt te
trecken, versoeckt mits den Heere voer noch ter tijt eegene actie en
is aengeboren dat parthije geintressierde als claegers sal worden
gedenomineert, ende vervolgens parthij tegens parthij om sulx gedaen
sijnde bij den voers[seijde] Vaenssen tot sijne defensie principalen te
antwoerden, ende voerders te doen soe ende gelijck naer recht ende
practique bevonden sal woerden te behoren sustinierende 't selve
alsoe te behoren.
Den momber des Heeren segt ende sustiniert niet
te sijn gehouden heem te regulieren volgens den versoeck ende den
Heere heem ex nomine officio parthije is makende [ver]soeckt
antwordt ten principalen.
Decreet:
Schepenen, gelet
hebbende op het [ver]soeck bij den momber des Heeren alhier gedaen,
meede ock op het geverbalierde bij Jan Vaenssen alhier gehouden, ordonnieren aen
Jan Vaenssen copije te
lichten [ende] te antworden ten principalen tegens den naesten alias
etc.
[4] Den Heere L[ieutenant] Voegt,
clagere, tegens Jan
Winten, Jan
Crumbach, [ende] Willem Langen als man [ende] momber sijner
huisvrouw[en], beclaechdens.
Die voersch[reven] clagere hebbende tegens dach
van huijden laten bedagen gelick den bode sal relatieren die
voerschrieven personen, ten eijnde hun deselve niet en hebben
ontsien al hoewel datter over twee oft drij maent gelieden biletten
sijn geaffigiert gewest dat een iegelick hem soude onthouden van
jemanden te beschadigen met schapen, coijen ende verckens, ende
boven dijen niemanden te naer cruijen int coren, ende gemerckt dat
alsulcke biletten mirckelicken van die beclaechdens sijn overtreeden
dat die selve beclaechdens daerover mirckelicken behoren gestraft te
worden anderen tot exempel; versoeckt voersulx dat jeerder een sal
gecondemniert worden in een amende te betaelen aenden Heere clagere
van drij clein boeten ofte in mindere ofte meerdere boete soe ende
gelijck Uwe Erw[erden] sullen bevinden te behoren, cum expensis,
ende bij faute van antwordt [ver]soeckt 1º defalt met
herdachsel.
Dries
Queisen relatiert 't
dagement.
Decreet:
Is de eerste defalt geweesen met proffijt van
dijen.
EXTRA-ORDINARIS
VERGADERINGE den 28 Meij 1650 coram Ghijsen, Ruiters, Finniger,
Walthouwers en Jan Meessen schepenen.
Sijnde ontfangen
seeckere missive vanden [5] Heere Drossart van Til geaddressiert aende eersamen
discreten de samentlicke schepenen ende regierders der Banck Houtem
sampt ende besonder te openen; nae voergaende deliberatie is
goetgevonden daer over te communicieren met den Heere L[ieutenan]t
Voegt hetwelck geschiet sijnde is geresolviert te rescribieren aen
gemelten Heere Drossart als volgt:
Wel edelen gestrengen Heere
Ons is behendicht uwe wel edele gestrenge
missive geaddressiert aen de samentlicke schepenen ende regierders
der Banck Houtem sampt ende besonder te openen, waerbij alsoe geen
mentie en wordt gemaeckt van den Heere Voegt oft sijnen L[ieutenan]t
die ons aengestelt en[de] den eijdt gelijck in alle andere Bancken
van den Lande van Valckenborch behoerlick heeft affgenomen sonder
wijen als hoeft en manier der justitie ons niet vrijstaet op
sodanige aenschrijvers eenige resolutie te neemen, soe willen wij
verhopen dat uwe wel edel[e] gestr[enge] ons sal voer geexcusiert
houden wij blijven wel Edele Gestrenge dienstwillige dienaren, de
schepenen van Houtem.
Ter ordonnantie van de selve.
GENACHTINGE GEHOUDEN
den 4 Junij 1650 ten overstaen Ghijsen, Vinnigers, Ruters,
Walthouwers ende Jan Meessen schiepenen.
Schepenen hebbende
ontfangen andere missive vanden Edelen Heere Drossart Willem van
Til geadressiert aende eersamen
discreten de
samentlicke schepenen van Houtem sampt ende besonde te openen naer
voergaende deliberatie is goet gevonden daerover andermael te
communicieren met [6] den Heere L[ietenant] Voegt, ende sulx gedaen
als dan te doen etc.
Den momber des Heeren met hem gevoegt Andries Walthouwers,
claegers, tegens Jan
Vanssen, becl[aegde].
Die voers[eijde] clagers versoecken twee
schepenen geauthorisiert om die voergaende gedecretierde visitatie
te doen om etc.
Worden hier toe
geauthorisiert Ruters ende Jan
Meissen
Den momber des Heeren, clagere, tegens Jan Vaenssen,
becl[aegde].
Die voers[eijde] clagere versoeckt voldoeninge
alias contendiert tot versteeck.
Decreet:
Wordt aenden beclaechden geordonniert te
voldoen op peene [etc].
Den heer Rintmeester
Retra van weegen hare Hooch Mogende,
clagere, tegens Reiner
Sleipen, beclaechde.
Den voers[chreven]
claegere laet de sake continueren sub spee pace ende bij non
voltreck van sijne beloften houdt de sake voer vorts geprocediert
tot welcken eijnde den voerschrieven Sleipen heeft stipulatie
gedaen in handen van Walthouwers
ende
Jan Meessen alias versoeckt 1º
defalt.
Wordt den beclaechden geordonniert heem te
regulieren volgens sijne beloften alias 1º defalt.
[7] GENACHTINGE GEHOUDEN den 18 Junij
1650.
Den heer L[ieutenant]
Voegt, clagere, [ver]soeckt eenen gerichtelicken commer aengeslagen
te hebben over de gereiden ende erven toebehorende Peeter Korvers ten eijnde ende om reedenen die
hij clager naerder bij aensprake ende conclusie sal
deducieren.
Wordt den commer aengeslagen, ende is geweesen
te condigen.
GEDINGE GEHOUDEN den
2.d[en] Julij 1650 ten overstaen van Vinniger,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Den heer L[ieutenant]
Voegt, clag[ere], tegens Peeter Korvers pro re arestatae,
beclaechde.
Den voerschrieven cla[gere] exhibeert clacht
ende bij faute van antwordt versoeckt 1º defalt met
herdachsel.
Den boede relatiert 't
dagement.
Is de eerste defaut geweesen ende den boede
belast parthije te herdagen.
GEDINGE GEHOUDEN den
16t[en] Julij 1650 ten overstaen van Ghijsen, Ruters, Vinniger,
Walthouwers en Jan Meessen,
schepenen.
Den heer L[ieutenant]
Voegt, clagere tegens Peeter
Corvers,
becl[aech]de.
Den voerschriven clagere [ver]soeckt
iiº defalt geweesen te worden mit versteeck van alle exceptien
declinatoir [ende] dilatoir herdachsel cum expensis ende mits dat
die vacantie is aenstaende versoeckt dat de vruchten den
voern[oemde] gearestierden in dese banck sijn competierende sullen
worden genomem in sequestratie ad opus [8] ius habentis, ende den
boede belast daer aff te naerderen het competent getael, soe ende
gelijck etc.
Den boede relatiert 't
dagement.
Is de tweede defalt geweesen met
herdachsel.
Den
heere L[ieutenant] Voegt, clagere tegens Peeter Laven gearestierden ende
beclaechden.
Den
voerschrieven clagere segt dat den beclachden hem niet en heeft
ontsien nu over eenigen tijt gelieden tot Sint Geerlach inde weide
van Arit
Arts mit sijn roer gesmeten den persoen
van Henderick
Stassen dat hem het bloet
vuijt naes ende mont is gesprongen, ende bovendien noch
menichvuldige slagen gedeilt mit Jan Queisen, ende gemerckt
den officier sulx niet staet te verdragen concludiert ende
contendiert den voern[oemde] clagere ten eijnde den beclaechden sal
woerden gecondemniert in 16 clein boeten, ende bij faute van
antwordt versoeckt 1º defalt mit herdachsel.
Habeat 1º defalt mit
herdachsel.
Den
heere L[uitenant] Voogt, claegere, tegens Henderick Stassen,
beclaechde.
Die
voorschrieven clagere segt ende stelt int feijt voer waerachtich dat
den beclaechden hem heeft laeten gelusten nu op voerlieden kirmis
van Houtem 't savonts mit eenen pot te smijten op het hoeft van Pieter Laven; dat den pot
in menich stuck is gesprongen; jae dat alsulcken swaren slach is
gewest dat het wonder is dat den voern[oemde] Laven op staende voet niet en is doot
gebleven, ende dient genotiert dat alsulcke feiten ten hoechsten
sijn straffbaer
concludiert ende contendiert den beclaechden sal
gecondemniert worden in thien clein boeten oft soe ende gelijck Uwe
Eerw[aarden] sullen bevinden te behoren cum
expensis.
[9] Ende bij faute van antwordt
[ver]soeckt 1º defalt mit herdachsel cum expensis.
Den boede relatiert 't
dagement.
Is de eerste defaut geweesen mit
herdachsel.
Den heere L[ieutenant] Voogt segt
dat nu over eenigen tijt is gerichtelicke beleidinge geschiet, ende
alsoe eenige falianten sijn bevonden die buiten quartiers sijn
geseten, versoeckt dat de vruchten vande affgesetenen sullen
blijven in sequestratie totter tijt sij de condemnatie ende
reparatie sullen hebben gedaen ende den boede belast te worden de
vruchten sijn correven ende schuiren naer best gelegentheijt, ende
daer aff te houden prompte notitie etc. meede ock permissie van
executie op alle anderen ingesetenen die welcke gecondemniert sijn
sustinierende etc.
Wordt aen de boede belast aen alle
affgesetenen te insinueren dat sij hun sullen onthouden ende geene
vruchten ondervinden in dese banck geleegen tensij dat sij eerst
ende voer all in alles sullen hebben voldaen die condemnatie van
beleidinge mitsgaders reparatie te doen, ende daerenboven alle
andere ingesetenen die gecondemniert sijn te sommieren binnen den
tijt van acht dagen van gelijck te doen, alias
executie.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 24e 7bris 1650 ten overstaen van Vinniger,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Den
heere L[ieutenant] Voegt, clagere, tegens Henderick Stassen,
[ver]werdere ofte desselfs cautionaris Goessen
Linssen
Den voerschrieven clagere
[ver]soeckt iiº defalt geweesen te woerden [10] mit proffijt
vandijen.
Dries
Queesen relatiert 't
dagement.
Is iiº defalt geweesen met
herdachsel.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 22e 8bris 1650 ten overstaen van
Walthouwers ende Jan Meessen schepenen.
Dries
Queisen,
aen[legge]re, tegens Reiner
Sleipen,
[ver]werdere.
Den voerschrieven aen[legge]re
exhibiert aensprake ende conclusie contenderende pro ut inde selve,
ende bij faute van antwordt ofte contradictie [ver]soeckt 1º defalt
met versteeck van alle exceptien declinatoir met
herdachsel.
Bedaecht
per Jan
Meessen uti retutit.
Den momber des heeren gesien de
claecht des aenleggers voegt sich met den clagere.
Is de eerste defalt geweesen met
herdachsel.
Hermen
Laven q.q., aen[legge]re, tegens Lenart Pouwels,
[ver]werdere.
Den voerschrieven aen[legge]re
exhibiert aensprake ende conclusie contendiert pro ut inde selve,
ende in cas van geene antwordt ofte contradictie [ver]soeckt pant
betredinge met authorisatie van twee schepenen beneffens den
secretaris om etc.
Jan
Meessen retulit het dagement deur absentie
van boede.
Fiat pant betreedinge met
authorisatie.
[11]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 5 November 1650 ten overstaen van Ruters,
Finniger, Walthouwers ende Jan Meessen schepenen.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Mees Corvers beclaechde. Den voerschrieven clagere
exhibiert clacht ende conclusie ende bij faute van antwordt ofte
contradictie [ver]soeckt 1º defalt met herdachsel.
Jan
Meesen
relatiert het dagement.
Reiner
Rumpen
inden
naem voer Corvers [ver]soeck
copije.
Wordt den [ver]werdere sijne
[ver]soechde copie geaccordiert ende geordonniert tegens den naesten
te antworden.
Den
momber des Heeren hebbende over lange een [ver]soeck gedaen gehadt
dat twee schepenen souden geauthorisiert woerden om eene
gerichtelicke visitatie te doen, tot welcken eijnde bij den Heere
L[ieutenan]t Voegt geauthorisiert over eenen graeff toecomende Andries
Walthouwers [ver]soeckt nu openinge van de
visitatie bij geschrijft van 't gene sij aldaer bevonden
hebben.
Fiat.
Den momber des Heeren exhibiert
interrogatorien [ver]soeckt de personen in margine genominiert alsnu
[ver]hoert te worden, mits de selve daer toe sijn
bedaecht.
Fiat.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Swinnen,
beclaechde.
Den voerschrieven clagere
[ver]soeckt eenen gerichtelicken commer aengeslagen te worden over
de goederen toebehorende den voern[oemde] beclaechden ten eijnde
[12] ende om reedenen naerders bij aensprake ende conclusie sal
deducieren soe [ende] gelijcken.
Is den gerichtelicken commer
aengeslagen ende geweesen te condigen.
Dries
Queisen,
aen[legge]re, tegens Reiner
Sleipen,
verwerdere.
Den voerschrieven aen[legge]re
[ver]soeckt iiº defalt gedecretiert te worden met [ver]steeck van
alle exceptien declinatoir dilatoir met herdachsel.
Den boede relatiert het dagement;
habeat iiº defalt met
herdachsel.
Jan
Meessen q.q. momber van het weiskint van
sijnen broeder Mees
Meessen,
aen[legge]re, tegens Lenart
Pouwels cum suis,
[ver]werders.
Den voerschrieven aen[legge]re sal
exhibieren aenspraeke ende conclusie contendierende pro ut ibidem,
ende bij faute van geene comparitie ofte antwordt [ver]soeckt iº
defalt met herdachsel.
Bedaecht
per Queisen
uti
retulit.
Wordt den aen[legge]re geordonneert
sijne redenen van dagement over te geeven in handen van[de]
secretaris binnen den tijt van vier dagen, quo facto habeat iº
defalt met herdachsel.
Depost satisferit.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Sleipen,
[ver]werdere.
Den voern[oemde] clagere exhibiert
clacht bij faute van t
antwordt, [ver]soeckt 1º defalt met herdachsel.
Bedaecht
per Dries Queisen, heeft
voer antwordt gegeven /Dries/ ick wil de waerheijt seggen, ick ben
een soldaet van Elffen[1],
daer van hebbe ick mijn bescheit over jaer ende dach
gehadt.
Habeat 1º defaut.
Jan
Fremont versoeckt eenen gerichtelicken
[13] commer aengeslagen te woerden over alsulck kints gedeilten
schier ofte morgen sal competierende aende persoen van Mathijs Scheer hier in dese banck gelegen,
om reedenen ende om te
hebben betalinge van hondert vier ende veertich guldens achteen
stuvers, waer op ontfangen eenen rint beeste ad negen rixdalers ende
eenen halven ende sulx possedierende van gelieverde bien ende draff
ten sijns aenleggers huijse gehaelt soe noodich bij aensprake ende
conclusie te deducieren ende verificieren.
Is den gerichtelicken commer
aengeslagen ende geweesen te condigen.
Depost.
Eodem
die liquidatie gedaen van secker koije dewelcke bij Merten Wedershoven
geexecutiert
is worden deur falte hij niet en heeft betaelt sijne boeten waerinne
gecondemnert is worden weegen der beleidinge, ende is deselve koije
verkocht gewest voer 25 g[ulden] Maestrichter werde; waer aen
affgetrocken de rechten van vercoup ter overstaen van Justitie, ende
rechten van boede, ende costen van voijeacie bedragende ad 14
g[ulden] ende de boeten bedragen 8 g[ulden] 4 st[uvers], soe blijft
overens 3 g[ulden] dewelcke sijn belast te betalen aen den Heere
L[uitenant] Voegt op reekeninge der boeten inde banck Climmen
vervallen.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 19e Novembris 1650 ten overstaen van Ruters,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Den
momb[er] des Heeren, cla[gere], tegens Mees Corvers,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
[14] voldoeninge van antwordt alias contendiert tot
[ver]steeck.
Wordt
aen Mees
Corvers
geordonnert
te antworden tegens den naesten peremptorie.
Den
momber des Heeren, claegere ende arestant, tegens Renier Swinnen ofte desselfs goederen
gearestierde.
Die voer[n[oemde] arestant exhibiert
reeden van arest, ende bij falte van antwordt ofte contradictie
[ver]soeckt 1º defalt met profijt van dijen.
Habeat 1º defalt met
herdachsel.
Dries
Queisen,
aen[legge]re, tegens Reiner
Sleipen [ver]werdere.
Den voerschreven aen[legge]re
versoeckt iiiº defalt gedecretiert te worden met [ver]steeck van
alle exceptien declinatoir dilatoir ende peremptoir, ende permissie
om te dienen van proffijt.
Vacat deur falt van
dagement.
Den
momber des Heeren, clagere, [ver]soeckt ende des niet min sustiniert
dat Ruters ende Jan Meessen schepenen sullen relaes bij
geschrijft overgeven vande visitatie bij hun gedaen over alsulcken
graeff toebehoerende Andrijs
Walthouwers, ende in cas van refus protestiert Ruters ende Jan Meessen belaesten te
voldoen in handen van Walthouwers.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Willem Stassen,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere sal dienen
in handen van[de] secretaris, clacht, quo facto [ver]soeckt 1º
defalt met profyt van dijen.
Fiat.
[15]
Jan Meessen, als momber
van 't weiskint van sijnen broeder, tegens Lenart Pouwels,
[ver]werdere.
Den voern[oemde] aen[legge]re laet
de sake continueeren op hoep van ackort.
Fiat.
GEDINGE
den 14 Decemb[er] 1650 ten overstaen Ghijsen, Meessen,
schepenen
Den
heere L[uitenant] Voegt, clag[ere], tegens Willem
Keyarts
Den
voern[oemde] claeger verstaen hebbende als dat den voers[chrieven]
beclaechden sijne koijen hebben gegaen op andersmans goet enden groemet toebehorende
de erfgenaemen van Joncker Strabaagh, waer sij
bevonden sijn geworden ende gepant, soo dat den voers[chrieven]
beclaechden deur sijne foute heeft pant gestelt ein handen vanden
bode, soo dat den voers[chrieven] claeger sustineert dat sulcx niet
en behoort geleeden te worden in een lant van rechten; soo
concludeert den voern[oemde] clager dat heem …… beclaechden om
mette bode magh permissij verleent worden om dien beclaechden
aen te saemen weeren dienen om sijne fauten te coemen
voldoen, ofte andersints sal men op sijne goederen procedeeren naer
behooren.
Decreet:
Schepenen ordonneeren aenden bode om
dese te insiein[?] end[e] weeren aende
beclaechden.
[16]
GEDINGE GEHOUDEN den 14d[en] Januarij 1651 ten overstaen van
Finniger, Walthouwers en[de] Jan
Meessen
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Lenar Pouwels,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere exhibiert
clacht ende bij faute van antwordt ofte contradictie [ver]soeckt 1º
defaut met [ver]steeck van alle exceptien declinatoir herdaechsel
cum expensis.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Habeat 1º defaut met
herdachsel.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Willem Stassen,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiº defalt gedecretiert te worden met [ver]steeck van alle exceptien
declinatoir dilatoir herdachsel cum expensis.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Willem
Stassen in persoen heem bevindende
gedaecht ter instantie vanden momber des Heeren ten eijnde dat hij
soude gequets hebben den persoen van Lins Olislager wonachtich tot Valckenborch, ende
om onnodelose kosten te eviteeren en[de] voer te comen, ende in
geneerley manieren hem te stellen in recht tegens den Heere, legt
needer seecker attestatie bij den chirurgijn meester Henderick gegeven, ende mits dijen is hem
sumittierende tot dese justitie om attest tedoen 't geene bij de
selve sal goetgevonden woerden, ende oppe clacht als dan bereit te
doen, insonderlicke geconsidereert de cleijnheijt der wonden van de
questie, ende nadere redenen bij de [voer]seide attestatie
[ver]haelt welcken volgende hier over wordt [ver]soeckt
recht.
[17]
Den momber des Heeren, clag[ere], tegens Mees Corvers,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
voldoeninge vanden lesten penael decreet [ver]soeckt alsnu
[ver]steecksel gedecretiert te worden sustinerende
etc.
Wordt aenden beclaechden
geordonneert te antworden tegens den naesten op peene van
[ver]steeck, et inthimetur.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Sleipen,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere exhibeert
clacht ende bij faute van antwordt ofte contradictie [ver]soeckt 1º
defaut met [ver]steeck van alle exceptien declinatoir herdaechsel
cum expensis.
Jan
Meessen relatier[t] 't
dagement.
Habeat 1º defalt met
herdaechsel.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Sleipen,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiº defalt gedecretiert te worden, met [ver]steeck van alle
exceptien declinatoir dilatoir herdaechsel cum
expensis.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Habeat iiº defalt met
herdaechsel.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Swinnen,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiº defalt gedecretiert te worden, met [ver]steeck van alle
exceptien declinatoir dilatoir herdaechsel cum
expensis.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Habeat iiº defalt met
herdaechsel.
[18]
Den momber des Heeren, clagere ende arestant, tegens Jan Paumbroeck, beclaechde
ende gearestierde.
Den voern[oemde] clagere exhibiert
clacht, ende bij faut van antwordt [ver]soeckt 1º defalt met
[ver]steeck van alle exceptien declinatoir herdaechsel cum
expensis.
Dries
Queisen relatiert 't
dagement.
Habeat 1º defalt met
herdaechsel.
Den
Heere L[uitenant] Voegt, clagere ende arestant, tegens Mathijs Swijnnen,
beclaechde ende gearestierde.
Den voern[oemde] clag[ere] exhibiert
clacht, ende bij faute van antwordt ofte contradictie [ver]soeckt 1º
defalt met herdachsel cum expensis.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Mathijs
Swinnen in persoen [ver]soeckt copie om
etc.
Habeat copiam et contradicat ad
primam.
Den
Heere L[uitenant] Voegt, clagere, tegens Reiner Rumpen, ende Jan Lemmens,
beclaechde
Den voern[oemde] clagere exhibiert
clacht ende bij faute van antwordt ofte contradictie [ver]soeckt 1º
defalt met [ver]steeck van alle exceptien declinatoir herdaechsel
cum expensis.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Habeat 1º defalt met
herdaechsel.
Dries
Queisen,
aenleggere, tegens Reiner
Sleipen,
[ver]werdere.
Den voern[oemde] aenleggere in
plaetse van proffijt exhibiert [19] seeker extract autenticque vuijt
des Prost Scholtis ende schepenen register der hoeftbanck Merssen
meede desselfs. Aenleggers laet ceedule [ver]soeckt daer over
recht.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Schepenen hebbende voergaende rolle
naergesien, ende mits iiiº defalt niet en is bevonden gedecretiert,
decretieren nu de selve, ende admitteren den aenleggere te dienen
van proffijt ofte andersints.
Herman
Laven q.q., aen[legge]re ende arestant,
tegens Jan
Block,
[ver]werdere
ende gearestierde ofte desselfs cautionaris.
Den voern[oemde] arestant latende se
sake continueeren tot den naesten, ende sulx deur faute van
dagement.
Wordt den bode belast 't dagement te
doen tegen den naesten.
Herman
Laven q.q., aenleggere, tegens Jan Crumbach
oft
desselfs gronden, [ver]werdere.
Den
aenleggere segt dat hij heeft te pretendieren op de goderen Jan Crumbach alhier gelegen tot Houtem
hercomende van Adam
Pasmans jaerlix een eerff
vaeten roggen nu verloupen vanden jaere 1631 herwaerts, ende mits
den voern[oemde] [ver]werdere blijft in falt van betalinge
[ver]soeckt behoirlicke brieven van sommatie tot dijen cas
dienende.
Fiant sommatie
brieven.
[20]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 28s[te] Januarij 1651 ten overstaen
Ghijsen, Ruters, Meessen ende Walthouwers,
schepenen.
Den
momber des Heeren, clagere ende arestant, tegens Lenart Pouwels,
becl[aechde] en gearestierde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiº defalt gedecretiert te worden met versteeck van alle exceptien
declinatoir dilatoir met herdachsel.
Habeat iiº defalt met
herdachsel.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Mees Corvers,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
voldoeninge van Uwe Eerw[erde] lest gegeven decreet alias
concludeert als nu tot versteeck.
Mees
Corvers [ver]soeckt termijn om tegens den
naesten te voldoen van antwordt etc.
Den momber affslaende den dilatoiren
termijn mits den beclaechden meer als sijne termijnen competent
heeft geproffitiert, persisteert alsvoer.
Den gedaechden persistiert bij sijn
voergaende.
Habeat termijn ex
gratia.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Sleipen,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiº defalt gedecretiert te worden, met [ver]steeck van [21] alle
exceptien declinatoir dilatoir met herdaechsel .
Habeat iiº defalt met
herdachsel.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Sleipen,
becl[aechde].
Den voern[oemde] claegere
[ver]soeckt iiiº defalt gedecretiert te worden, met versteeck van
alle exceptien declinatoir dilatoir ende peremptoir ende permissie
om te dienen van proffijt.
Habeat iiiº defalt met permissie om
te dienen van proffijt.
Dries
Queisen,
aenleggere, tegens Reiner
Sleipen,
beclaechden.
Den voern[oemde] clagere versoeckt
wel instantelick recht mits partijen daertoe sijn
gedacht.
Decreet:
Extrahantur verbalia et videantur
acta.
Den
momber des Heeren, clagere ende arestant, tegens Jan Paumbroeck,
beclaechde.
Den voers[chrieven] claegere
[ver]soeckt iiº defalt gedecretiert te worden met versteeck van alle
exceptien declinatoir ende dilatoir met
herdachsel.
Vacat deur faut van
dagement.
Den
Heere L[uitenant] Voegt, clag[ere], tegens Reiner Rumpen, ende Lemmens,
beclaechde
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiº defalt gedecretiert te worden met [ver]steeck van alle exceptien
declinatoir dilatoir met herdaechsel.
Den gedaechde [ver]soeckt
copie.
[22] Den heer L[uitenant] Voegt
[ver]soeckt refusie van costen contumaciael sustinerende
etc.
Wordt aende gedaechdens geordonnert
te refunderen de costen contumaciael, quo facta habeat copiam, ende
bij faute van dijen is iiº defalt gedecretiert.
Herman
Laven q.q., aen[legge]re, tegens Jan Crumbach,
[ver]werdere
ende gedaechde.
De voern[oemde] aen[legge]re
exhibiert aenspraeke ende conclusie contendeerende pro ut ibidem
[ende] bij faute van antwordt oft contradictie [ver]soeckt
pantbetredinge met authorisatie.
Decreet:
Fiat pantbetredinge met
authorisatie.
Den
momber des Heeren, clagere, repetiert alnoch sijne menichfuldige
[ver]soecken ten eijnde dat Mathijs Ruters ende Jan Meessen, schepenen
alhier, dat deselve sullen hebben over te geven acte van visitatie
om etc., ende bij langer ophouden protestiert.
Decreet:
Wordt geordonnert dat de voernoemde
schepenen sullen hun debvoijr doen alias etc.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 11en Febru[arij] 1651 ten overstaen Finniger,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Dries
Queisen aen[legge]re tegens Reiner Sleipen [ver]werdere.
Den voern[oemde] aenleggere mits
partije is bedaecht op vonnis [ver]soeckt als nu recht alias
etc.
Fiat recht ende justitie, ende den
secretaris belast de verbalen te extrahieren [ende] d'acten te
colligeeren.
[23]
Den momber des Heeren, clagere, tegens Reiner Sleipen,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiiº defalt gedecretiert te worden, met versteeck van alle exceptien
declinatoir dilatoir ende peremptoir, ende herdaechsel cum
expensis.
Habeat iiiº defalt met permissie van
proffijt te dienen.
Den
Heere L[uitenant] Voegt, claegere, tegens Reiner Rumpen cum suis,
beclaechde
Den voern[oemde] clagere versoeckt
alsnu prompte voldoeninge alias dat Uw[e] Eerw[erden] appointement
alsnu sal volcomen effect sortieren, cum expensis.
Reiner
Rumpen ende Jan Lemmens [ver]werders exhibiert antwordt
contenderen[de] gelijck inde selve, ende versoeckende dat den heere
L[uitenant] Voegt peremptoiren termijn sal gestelt worden ad
replicandum.
Den h[eere] L[uitenant] Voegt
[ver]soeckt copie, om etc.
Habeat copiam ende termijn ad
replicandum tegens den naesten.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Mees Corvers,
beclaechde.
Den clagere versoeckt voldoeninge
alias contendiert alsnu tot [ver]steeck.
Mees
Corvers in persoen exhibeert antwordt
concluderende pro ut inde selve [ver]soeckt dat den momber des
heeren sal repliceeren alias etc.
Den momber [vers]ocht
copie.
Habeat copiam, et contradicat ad
primam.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Lenart Pouwels,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
iiiº defalt gedecretiert te worden met [ver]steeck van alle
exceptien declinatoir [24] dilatoir ende peremptoir ende permissie
om te dienen van proffijt.
Lenart
Pouwels in persoen [ver]soeckt copie met
termijn om etc.
Den momber afslaende 't [ver]soeck
van copie [ver]soeckt eerst ende voer al refusie van costen
contumaciael gelick sulx in conformiteijt vanden regelemente behoert
sustinerende etc.
Lenart
Pouwels segt tot noch in geene costen van
retardatien te sijn [ver]vallen, waerom persistiert bij sijn
versoeck van copie.
Den momber sustiniert ter contrarie
des hem is refererende ad rollam.
Wordt den beclaechden sijn
versoechde copie geaccordiert, salvo dat hij eerst en voor al sal
refundeeren de costen contumaciael, ende bij faut van dijen is iiiº
defalt gedecretiert ende den momber gepermittert om te dienen van
proffijt oft andersints etc.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 25 Febr[uarij] 1651 ten overstaen Ruters, Vinniger,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Den
momber des Heeren, cla[gere], tegens Lenart Pouwels,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
voldoeninge, alias contendiert als nu tot
[ver]steeck.
Lenart
Pouwels in persoen onde protestatien van
geheel in alle sijne exceptio compariendo alhier alleen ter
reverentie van Uw[e] Eer[werden] sonder eenichsints te prorogieren,
exhibiert exceptie in plaetse van antwordt versoeckende dat [25]
voer ende alleer indesen jeets voerders sal worden gedecretiert den
momber als aen[legge]re sal stellen suffisante cautie voer desen
gerichte executabel, opdat den excipient weete waeraen hij hem in
tijden ende wijlen sal hebben te erhalen sustineerende dat 't selve
hem sal worden bij Uw[e] Eerw[erden] ordonnantie geiniungeert
gedenckende sich
andersints te beclaghen.
Den momber versoeckt copie van de
geexhibierde exceptie ende wat aenbelangt die versoechde cautie
debattierende voer impertinent mits dat ab omni tempore noet en is
gewest in usu, dat den momber voer desen gericht gehouden is gewest
cautie te stellen; daer over bij ordere recht
[ver]soeckende.
Wordt den momber sijne versochde
copie geaccordert, ende tegens den naesten doen oft seggen soe
etc.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Goessen Wijnants,
Frants Caldeborch, Matthijs Knubben, Jan Sleipen, Willem
Stassen ende Jan Schepers,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere exhibiert
aensprake ende conclusie, ende bij faut van antwordt, ofte
contradictie [ver]soeckt 1º defalt met herdaechsel cum expensis,
ende sonder preiuditien van dijen dat aen de becl[aech]dens sal
worden interdictie gedaen om hun te onthouden, ende geenderleij
manieren hun versaken inde aensprake [ver]melt te onderwirden
sustinerende etc.
Willem
Stassen in persoen exhibeert [26] pro ut
dat scripto, contendierende pro ut ibidem.
Den clagere affslaende het
geallegierde [ver]soeckt dat de beclaechdens in conformiteit vanden
regelement in behoirlicke forme sullen hebben te antworden, ende
persistiert al noch wel vuijterlick bij sijn voergaende, ingeval,
anders protesteert
Wordt aende beclaechdens hunne
[ver]soechde copie geaccordiert met interdictie dat sij hun der
omlagen van beede niet voerders en sullen hebben te onderwinden dan
sij alreede gedaen hebben.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Mees Corvers,
beclaechde.
Den clagere continueert de sake tot
den naesten mits geene inthimatio.
Den
Heere L[uitenant] Voegt, clagere, tegens Reiner Rumpen cum suis,
becl[aechde].
Den voer[noemde] clagere hebbende
gelicht copie van antwordt sal tegens den naesten doen pro ut
consilij.
Wordt geordonnert aenden L[uitenant]
Voegt te voldoen alias etc.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens Renier
Sleipen, becl[aechde].
Den aen[legge]re [ver]soeckt
nochmaels wel instantelicken recht.
Fiat justitia.
Den momber des Heeren, clagere,
tegens Renier Sleipen,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere imploijert
in plaetse van proffijt sijne aensprake, ende verbalen [ver]soeckt
daer over recht.
Fiat.
[27] Den momber des Heeren, clagere,
tegens Renier Sleipen,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere imploijeert
sijne clachte ende verbaelen in plaetse van proffijt
[ver]soeckt
recht.
Fiat.
Reiner
Rumpen,
arestant, tegens Jan
Colsen,
gearestierde.
Den voern[oemde] arestant exhibiert
reden van arest ende bij faut van antwordt ofte contradictie
[ver]soeckt 1º defalt met herdaechsel cum expensis [ende] met eenen
gerichtelicken commer aengeslaegen teworden over desselfs goederen,
ende dach extraordinaris.
Jan
Meessen relatiert 't
dagement.
Habeat 1º defalt met herdachsel,
ende is een commer aengeslagen ende gewesen te condigen ende dach
huijden over acht dagen.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 11d[en] Martij 1651 ten overstaen Jan Finniger,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Goessen Wijnants,
Frants Caldeborch, Matthijs Knubben, Jan Sleipen, Jan
Scheepers ende Willem
Stassen,
[ver]werders.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
voldoeninge alias contendiert tot versteeck des
rechts.
Wordt ande [ver]werders geordonneert
te antworden tegens dennaesten alias etc.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Mees Corvers,
becl[aechde].
Den clagere hebbende voldaen van
replique ofte persisteringe van sijne geexhibeerde antwordt [28] in
handen van[den] secretaris [ver]soeckt aenden [ver]werdere
peremptoiren termijn gestelt te worden ad
duplicandum.
Wordt aenden [ver]werdere
geordonnert tegens den naesten te duplicieren alias
etc.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens Renier
Sleipen, becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
alnoch wel instantelick recht.
Fiat recht ende justitie ende den
secret[a]ris belast de verbaelen te extrahieren.
Reiner
Rumpen cum suis, [ver]werdere, tegens den
H[eer] L[uitenant] Voegt, clagere.
Den voern[oemde] [ver]werders
[ver]soecken copie van de replique bij den aenleggere bij Uwe
Eerw[erden] over gedient om die hebbende te doen pro ut
consilii.
Habeat copiam et contradicat ad
primam.
Den momber des Heeren, clagere,
tegens Renier Sleipen,
becl[aechde].
Den voerschreeven clagere
[ver]soeckt recht.
Fiat.
In alia causa versoeckt van
gelijcken recht.
Fiat.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Lenart Pouwels,
becl[aechde].
Den clagere hebbende copie gelicht
van[de] exceptie sal tegens den naesten doen oft seggen
etc.
[29]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 25st[en] Martij 1651 ten overstaen Ruters,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Goesen Wijnants,
Frants Caldeborch, Mathijs Knubben, Jan Sleipen, Jan
Scheepers ende Willem
Stassen,
beclaechdens.
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
voldoeninge vanden lesten penael appointement alias ende bij falt
van dijen contendeert als nu tot [ver]steeck.
Wordt aen den beclaechdens
geordonnert te antworden tegens den naesten
peremptorie.
Marten
de Beije,
aen[legge]re, tegens Willem
ende Jan Kangen,
[ver]werders.
Den voern[oemde] aenleggere
exhibiert verbael scripto contendiert pro ut inde
selve.
Wordt den secretaris belast de
stucken in de griffie te lieveren om aen partijen daeraff te geven copijen die des
noodich sijn ende stellen te sake op haren voergaende staet ende
permitteeren den aenleggere dat hij sijne[n] thoen sal affleiden
tegens den naesten.
Reiner
Rumpen,
arestant, tegens Jan
Colsen, gearestierden.
Den voer[noemde] arestant
[ver]soeckt alnoch wel instantelijck dat den gearestierden sal in
conformiteijt van sijne stipulatie ende beloften voer desen gerichte
gedaen voldoen, alias dat iiº defalt sal worden gedecretiert met
[ver]steeck van alle exceptien declinatoir dilatoir herdachsel cum
expensis.
Dries
Queese
relatiert 't dagement.
[30] Habeat iiº defalt met
herdaechsel.
Op
den 18d[en] April 1651 voor ons Jan Meessen ende Andries Walhouwers,
schepenen der Banck Houtem, is gecompariert Reinder Rumpen ende heeft [ver]socht eenen
gerichtelicken commer aengeslagen te hebben over alsulcke gereiden
ende erffen als sijn competierende Jaeck Massing in dese Banck sortierende [ende]
sulx om reedenen gelick hij tegen den naesten recht dach sal
edieren.
Is den gerichtelicken commer
aengeslagen met last aen parthije te condigen om
etc.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 29 April 1651 ten overstaen van Ghijsen, Ruters,
Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Hermen
Laven q.q., arestant, tegens Jan Block van Aecken,
gearestierden.
Den voern[oemde] arestant exhibiert
reeden van arest, [ver]soeckt dat den arestant daer op sal in
behoirlicke form hebben te antworden, ende bij faute van antwordt
ofte contradictie versoeckt 1º defalt met herdaechsel cum
expensis.
Dries
Queesen relatiert 't dagement gedaen te
hebben aen Goessen
Wijnants als
halfwin.
Jan
Block van Aecken, gearestierden, tegens
Hermanen Laven q.q., arestant.
Den gearestierden [31] exhibiert
verbael scripto.
Decreet:
Schepenen gelet hebbende ende
geconsidereert over het geverbalierde ende geexhibierde lastende aen
parthijen dat selve tusschen dit ende naesten sullen met malcanderen
te hebben in conferentie te coemen ende bij faute van dijen lasten
aen[de] gearestierden tegens die geexhibierde aensprake behoirlicken
te antworden tegens den naesten op peene etc.
Merten
de Beije,
aen[legge]re, tegens Jan
Kangen
ende
Willem Kangen,
[ver]werders.
Den voern[oemde] aen[legge]re
exhibiert calengien ende emploije [ver]soeckende die getuijgen in
margine genomineert als nu [ver]hoert te worden mits partijen daer
toe sijn bedaecht.
Dries
Queesen relatiert parthie en[de] getuijgen
bedaecht te hebben.
Audiantur testes.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens Renier
Sleipen, [ver]werdere.
Den voern[oemde] aen[legge]re
[ver]soeckt nu wel instantelicken recht ende bij langer ophouden
protestiert de negata Justitia gedenckende etc.
Fiat.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Goessen Wijnants,
Frants Caldeborch, Mathijs Knubben, Jan Sleipen, Jan
Scheepers ende Willem
Stassen,
beclaechdens.
Den heere clagere [ver]soeckt
voldoeninge, alias contendiert als nu tot [ver]steeck, te meer die
[ver]werders hunne termijnen competent hebben
geprofiteert.
[32] Wordt aende verwerders
geordonneert den lesten decreet naer te coemen tuschen dit ende den
naesten op peene van [ver]steeck.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Rener Sleipen,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
alsnu wel instantelick vonnis.
Johan
Block,
borger der stadt Aecken [ver]staende dat Leenert Pouwels heeft laten doen eenen arest op
sijne goederen, [ver]soeckt alsnu openinge vanden selven, alias
cassatie met condemnatie van costen van deesen dage sustinierende 't
selve alsoe te behoren alias copie.
Wordt aenden arestant geordonnert
tegens den naesten te edieren reeden van arest, alias cassatie met
condemnatie van costen salva inthimatione.
VONNIS
in sake Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens Reiner
Sleipen,
[ver]werdere.
Naer
gesien hebbende de aenspraeke [ende] conclusie bij den aen[legge]re
op den 22s[ten] 8.bris 1650 alhier voer recht geexhibiert tegens Rener Sleipen, ende daer op
notoirlick [ver]steecksel van alle exceptien gedecretiert ende daer
over gepermittiert te dienen van proffijt ende op ripelijck gelet
schepenen ter manisse vanden heere Lieutenat Voegt recht doende ad
judicieren den aenleggere sijnen heijs, ende den ]ver]werdere
gecondemneert dat hij den aen[legge]re sijn goet sal suiveren
salvieren ende ontlasten mits condemneerende den [ver]werdere
in alle costen ter taxatie ende moderatien van
recht.
[33]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 13.en May 1651 ten overstaen van Jan
Finniger, Walthouwers ende Jan Meessen,
schepenen.
Marten
de Bije,
aen[legge]re, tegens Willem
Kangen
ende
Jan Cungen,
gedaechdens.
Den
voern[oemde] aen[legge]re sijnde in terminis producendi [ver]soeckt
den persoen van Gerard
Pasmans den jongen ende Simon Poulsen
over
de interrogatorijen [ver]hoert te worden [ende] parthie oock daer
toe gedacht zijnde, ende sulx gedaen renuntiert van thoen ende
versoekende aen parthie advers peremptoiren termijn gestelt te
worden om van gelijcken sijnen thoen af te leijden naer behoiren des
rechts.
Willem
Cangen in persoen exhibiert pro ut dat
scripto contendierende pro ut ibidem.
Decreet:
Schepenen geleth hebbende op de
[ver]soecken bij parthijen gedaen accorderen den aen[legge]re sijn
[ver]soeck.
Leenart
Pouwels,
arestant, tegens Jan
Block in bonis,
gearestierden.
Den voer[noemde] arestant hebbende
voer diesen een arest laeten doen op eenige goederen den
gearestierden toebehorende met menige op het selve behoerlick te
vervolgen is naerderhant vanden gearestierden in rechten betrocken
geworden tot Maestricht, ende alsoe hem arestant vrij stonde tegens
den selven bij reconventie te agieren ende te eischen 'tgeene hij
bij weegen van arest alhier soude hebben gedaen, soo ist dat den
[34] voer[noemde] arestant mits desen van het voer[noemde] arest is
renuntierende tot dijen te refondieren de nodige costen (soe enige
mochten sijn gedaen) te refondieren ad statim ende ingeval anders
den gearestierden daer meede met te vreden souden sijn persisteert
den arestant van onnutte costen.
Decreet:
Schepenen geleth hebbende op het
geverbalierde bij den arestant gedaen, bevindende deselve in gene
costen contumaciael te sijn vervallen mits den arestant noijt en is
gedaecht gewest om openinge te doen vanden arest.
Dries
Queisen,
triumphant, tegens Renier
Sleipen, succumb[an]t.
Den voern[oemde] triumphant
[ver]soeckt extract van costen om die hebbende te meugen dienen van
libel om dien volgens de costen getaxiert te worden pro ut
moris.
Decreet:
Wordt den secretaris belast de
costen te extrahieren om dijen volgens getaxiert te worden pro ut
moris.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Jan Paumbroeck,
beclaechde.
Den voer[noemde] clagere verzoekt
iiiº defalt gedecretiert te worden met proffijt van dijen ende
permissie te dienen van proffijt.
Decreet:
Wordt het iiiº defalt geweesen
[ende] permitteren den clagere om te dienen van
proffijt.
[35] GENACHTINGE GEHOUDEN den 27.en
Maij 1651.
Reiner
Rumpen,
arestant, tegens Jan
Colsen, gearestierden.
Den voern[oemde] arestant segt dat
den gearestierden blijft in falt van accordt vanden 24s[ten] Aprilis
1651 tusschen hem
ende den gearestierden
opgericht [ver]soeckt alsnu darde defalt gedecretiert te worden met
[ver]steeck van alle exceptien declinatoir dilatoir ende peremptoir
met permissie om te dienen van proffijt.
Nuntius retulit 't
dagement.
Decreet:
Wordt darde defalt geweesen, ende
aende aenleggere gepermittiert sijn proffijt over te geeven tegens
den naesten, om alsdan recht gedaen te worden naer
behoren.
Dries
Queisen,
aenl[legge]re, tegens Reiner
Sleipen,
[ver]werdere.
Den voern[oemde] ae[nlegge]re
versoeckt alnoch taxaet mits partije daer toe is
gedaec[ht].
Den bode relatiert 't
dagement.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Jan Paumbroeck,
beclaechde.
Den voer[noemde] clagere sal tegens
den naesten over geven sijn proffijt, [ver]soeckt dienvolgens recht
gedaen te worden naer behoren.
Fiat.
[36] GENACHTINGE GEHOUDEN den
10.d[en] Junij 1651.
Reiner
Rumpen,
arestant, tegens Jan
Colsen, gearestierden.
Den voern[oemde] arestant imploijert
in plaets van proffijt seecker accort tusschen hem arestant ende den
gearestierden opgericht mitsgaders sijne redenen van arest, ende
voerders alle verbalen in dijen gehouden versoeckende daer over
recht.
Fiat.
Merten
de Bije,
aen[legge]re, tegens Jan
ende Willem Kangen,
[ver]werders.
Den
voern[oemde] aen[legge]re hebbende tegens dach van huijden laten
bedagen Geerlien
Pasmans om getuijgenis der waerheijt te
geeven, ende mits den voern[oemde] Pasmans hem te soecken maeckt om 't selve
te doen versoeckt op seecker peene den voern[oemde] Pasmans belast
te worden sijne productie te doen ende sulx gedaen renuntiert van
thoen, [ver]soeckt aenden [ver]werders geordonnert te worden van
gelijcken hunnen thoen aff te leiden op peene etc.
Wordt aende [ver]werders
geordonneert hunnen thoen aff te leiden tegens den naesten
peremptorie.
Dries
Queisen,
aenl[legge]re, tegens Reiner
Sleipen,
[ver]werdere.
Den voern[oemde] aen[legge]re
versoeckt alnoch taxaet ende bij langer ophouden protestiert van
rechts weigeringe.
Fiat taxaet.
[37] GENACHTINGE GEHOUDEN den 8.[en]
Julij 1651.
Den
momber des Heeren, clagere ende arestant, tegens Willem Oensel, becl[aechde]
[ende] gearestierde.
Den voern[oemde] clagere exhibeert
clacht ende bij faute van antwordt ofte contradictie versoeckt 1º
defalt met proffijt van dijen.
Den bode relatiert 't
dagement.
Den beclaechden versoeckt
copie.
Habeat copiam et contradicat ad
primam.
Merten
de Bije,
aen[legge]re, tegens Jan
ende Willem Kangen,
[ver]werders.
Den voern[oemde] aenleggere
versoeckt voldoeninge alias contendiert tot
versteeck.
Decreet:
Wordt aende beclaechdens geordonnert
hunnen thoen aff te leiden tegens den naesten op peene van versteeck
et inthimetur.
Reiner
Rumpen,
arestant, tegens Jan
Colsen, gearestierden.
Den voern[oemde] arestant versoeckt
wel instantelijck recht mits dat parthie alhier is
present.
Schepenen ordonneeren aen parthien
dat sij sich sullen hebben te vergelicken tusschen dit ende drij
dagen waervan dat den recht sal worden geadvertiert alias dat de
pronuntiatie van den vonnis sal gedaen worden tegens toecomende
donderdach wesenden den 13 Julij.
Depost hebben parthijen sich
vergelicken.
[38]
Wegen der costen alhier gedaen is geaccordiert ende gesloten dat Jan Colsen tot laste genomen heeft der
gerichtskosten te betalen ter sommen van XX gl [20 gulden] XIII [13]
stuij[ver] swaergelt ende Reiner Rumpen 8 G[u]l[den] 1 st[uijver]
swaergelt, waervoer Jan
Colsen is verobligierende
sijne banck goederen om den voern[oemde] Rumpen
hem
daer aen te erhalen voer der gerichtscosten, ende dat den
voern[oemde] Colsen
belaest lieveringe te doen van seecker goet ut in actis ten
overstaen ende bijweesen vande regenoten, ende wordt tot dijen
eijnde dach gestelt hun questieuse lant te meten tegens toecomende
vrijdach.
GENACHTINGE GEHOUDEN den 23s[ten]
7.bris 1651.
Merten
de Bije,
aen[legge]re, tegens Jan
ende Willem Kangen, [ver]werders.
Den voern[oemde] aenleggere
versoeckt voldoeninge, alias ende bij falt van dijen contendiert
alsnu tot versteeck te meer dat alle termijnen naer der vonnis
interlocutoir sijn peremptorie.
Wordt aende verwerders geordonnert
hunnen thoen aff te leiden ofte daer van renuntieren op peene van
versteeck salva inthimatione.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Willem Oensel,
beclaechde.
Den voern[oemde] clagere versoeckt
voldoeninge alias contendiert tot versteeck.
[39] Wordt den beclaechdens
geordonneert te antworden peremptorie et
inthimetur.
Den
momber des Heeren, clagere, versoeckt eenen gerichtelicken commer
aengeslaegen te hebben over de goederen ende gereiden gelijck hij
tegens den naesten recht dach bij geschrijft sal deducieren tot
welcken sijne den voer[noemde] Colsen ock sal woerden
gedaecht.
Wordt den gerichtelicken commer
aengeslaegen ende geweesen te condigen ende te dagen tegens den
naesten rechts dach.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Jan Paumbroeck,
becl[aechde].
Den voer[noemde] clagere versoeckt
wel instantelicken recht.
Wordt den secretaris belast de
verbaelen te extrahieren, om dijen volgens recht gedaen te worden
naer behoren.
Dries
Queesen relatiert een afferbott
gecondicht te hebben aende d'erffgenamen ende weijskinderen van Geraert Crumbach, ende sulx
ter requisitie van Jan
Meessen als wettige momber van 't
weijskint van Mees
Meessen ende sulx op den 20[sten]
deses.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 20.s[ten] Aprill 1652 ten overstaen Gerart Ghijsen,
Andries Walthouwers ende Jan Meesssen,
schepenen.
Den
heere L[ieutenant] Voegt, clagere, tegens Lemmen Broggaers, Mees
Corvers, Thijs Steentgens [ende] Jan de Bije,
becl[aechdens].
Den voer[noemde] clagere [40] stelt
int feijt dat die beclaechdens hun niet en hebben ontsien, hoewel
hoechlick was verboden dat eenen iegelick sijne beesten soude houden
vijt andermans ende schude, soe ist nochtans dat die beclaechdens
hun dese als grotelickx hebben [ver]geesen dat deselve sijn gepant
gewoerden soe versoeckt den voern[oemde] L[ieutenant] Voegt dat de
beclaechdens tot de boete daer toe staende sullen woerden
gecondemniert mitsgaders inde costen.
Worden de beclaechdens jeeder een
gecondemniert in een cleijn boete mitsgaders inde costen daertoe
gereesen.
Visitatie
gedaen eodem die ten overstaen van Ghijsen Walthouwers ende Jan Meessen, schepenen,
over alsulck valderen tot Broeckem inde straete naer den bosch
opgaende tegens d'erffen van Jan Sleipen ende Jan Massing als halfwinne vanden heere de Groote ende 't selve ongerepariert
en[de] gehangen bevonden mitsgaders de graeffen ongerepariert gelick
oock tegens d'erffen vande weduwe van Daem Corstiers, worden
deselve gecondemnert 't voern[oemde] valderen te reparieren en[de]
te hangen naer alde gewoente binnen den tijt van vier daegen naer
insinuatie deeses daerenboven in seven boeten mitsgaders inde
gerichtscosten, ende den voern[oemde] weduwe van gelicken
gecondemniert tot reparatie vanden grave [ende] in twee boeten
en[de] inde costen alles op peene als deselve sullen blijven in
gebreecke alsdan naerders [41] sal worden gevisiteert en[de]
gestraff naer merite der saecken.
EXTRA-ORDINARIS
[VER]GADERINGE gehouden den 20.s[ten] Junij 1652 coram Ghijsen, Walthouwers
ende Jan Meesssen,
schepenen.
Peeter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peeter
Scheijen q.q.,
arestant.
Den
voern[oemde] gearestierde hem bevindende alhier gearestiert ter
instantie van Peeter
Scheijen als arestant alsnu sal hebben
te hebben 't docieren de mandato, meede te edieren reedenen van
arest alias contendiert tot nulliteijt van arest met absolutie cum
expensis.
Peeter
Scheijen versoecht copie vande
geverbalierde om die hebbende alsdan te doen pro ut
consilij.
Peeter
Bemelmans persistiert alsvoer ende
sonder preiuditie van dijen versoekt cautio pro expensis
litis.
Decreet:
Wordt den arestant sijne
[ver]soechde copie geaccordert ende belast te edieren reeden van
arest mitsgaders docieren de mandato ende sulx tegens den naesten op
peene van nulliteit met absolutie ende condemnatie van
costen.
Depost:
Het
consent van partije is den gearestierden gepermitteert naer huijs te
[42] gaen mist beloffenis dat hij toties quoties sal inhouden tot
welcken eijnde heeft stipulatie gedaen in handen van Ghijsen ende Jan Meesssen,
schepenen.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 29.s[ten] Junij 1652 coram Finniger, Walthouwers
en[de] Jan Meesssen,
schepenen.
Peter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peter
Scheijen, arestant.
Den voern[oemde] gearestierden
versoeckt voldoeninge van U[we] E[erwerden] lest gegeven decreet
alias dat het selve alsnu sal effect sortieren cum expensis, ende in
cas van voldoeninge [ver]soeckt copie.
Peeter
Scheijen exhibiert reeden van arest,
ende mits dat de vacantie is aenstaende versoeckt dat de saecke
extraordinarie van triduum de triduu[m] sal worden geterminiert mits
hij is een militaire persoene ende moet passen op sijne tochten
en[de] wachten dat hem onmogelick is bij ordinaris genachten sijne
saecke te vervolgen ende protestiert van costen.
Peter
Bemelmans [ver]soeckt copie van 't
geexhibierde ende nopende 't versoeck vanden arestant belangende 't
versoechden dach extraordinarie sustiniert dat de saecke sal worden
beleit gelijck deselve behort, als niet sijnde crimineel bij
ordinarisse genachtinge behoert beleit te worden.
Decreet:
Schepenen gelet hebbende op [43] 't
geallegierde van parthijen accordieren aenden gearestierden sijne
versoechde copije, ende belasten den arestant den lesten decreet te
voldoen nopende de qualificatie van volmacht ende aen parthijen
wersidens te stellen cautie.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 13.d[en] Julij 1652 coram Walthouwers ende Jan Meesssen,
schepenen.
Peeter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peeter
Scheijen, arestant.
Den voern[oemde] gearestierden
exhibeert antwordt contenderende pro ut in deselve ende sonder
preiudicitie van dijen [ver]soeckt dat den voern[oemde] arestant sal
hebben naer te coemen de voergaende decreeten int stellen van cautie
ende voerders hem qualificeeren op peene van geabsolviert te worden
van impetitione ende andersints cum expensis.
Decreet:
Wordt belast aenden arestant de
voergaende decreeten naer te coemen peremptorie.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 14.d[en] 7.bris 1652 coram Ghijsen, Finniger,
Walthouwers ende Jan Meesssen,
schepenen.
Peter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peter
Scheijen, arestant.
Den voern[oemde] gearestierden
versoeckt dat den arestant de voergaende decreeten sal
voldoen
[44] mitsgaders te replicieren op
peene van absolutie cum expensis.
Peeter
Scheijen in persoen versoeckt copije
vande voergaende decreeten mitsgaders vanden accordt tusschen
parthijen is opgericht voerders protestiert van costen schaden ende
interesten, ende sonder prejudicie van dijen [ver]soeckt copie vande
geexhibierde antwordt.
Den gearestierden affslaende 't
versoeck versoeck eerst ende voer al dat den arestant sal hebben
naer te coemen de voergaende decreeten principael int stellen van
cautie ende qualificatie alias geabsolviert te worden ut
moris.
Den arestant exhibiert pro ut dat
scripto contendiert pro ut ibidem ende deur faute van non
voldoeninge vanden accordt versoeckt dat den gearestierden al hier
sal hebben in te houden als sonder verleuff vuijt den arest
gegev[en] te sijn tot smorgens.
Den gearestierden perstiert als voer
bij voergaende decreeten.
Decreet:
Schepenen gelet hebbende op de
versoecken van parthijen ende altercatien van wijdersijdens geresen
accordieren aenden arestant des onvermindert te repliceren tegens
den naesten op peene etc. ende dat den geare sijne versoechde
copijen ex omnibus ende lasten den arestant des onvermindert te
repliceeren tegens den naesten op peene etc. ende [45] dat den
gearestierden van gelijcken sal stellen cautie hier in loco
executabel, ende aen belangende 't versoeck van copie nopende
seecker accordt wordt gelast aenden arestant aenwisinge te geeven in
wijens handen 't voern[oemde] accordt is berustende om sulx gedaen
alsdan voerders gedisponiert te worden naer
behoeren.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 28.s[ten] 7bris 1652 coram Jan Meesssen ende
Walthouwers, schepenen.
Peeter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peeter
Scheijen, arestant.
Den voern[oemde] gearestierden
exhibiert pro ut dat scripto contendierende pro ut ibidem ende daer
bij geveught acte van cautie sustineert U[we] E[erwerden]
appointement te hebben voldaen.
Decreet:
Schepenen
gelet hebbende op 't versoeck van Peter Bemelmans
admittjeren parthien hinc
inde tot noch toe te gestaen met hunne gestelde cautie ende sulx tot
dat de sake sal weesen in staet, ende belasten ondertusschen den
arestant te replicieren op peene etc.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 28.s[ten] 8bris 1652 coram Ghijsen, Walthouwers
ende Jan Meesssen,
schepenen.
Peter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peter
Scheijen, arestant.
Den voern[oemde] [46] gearestierden
[ver]soeckt dat den arestant alsnu sal hebben te replicieren, alias
versteecken, ende sonder preiudicie van dijen, [ver]soeckt naerder
cautie reseant ende bistant pro expensis litis.
Decreet:
Wordt aenden arestant geordonneert
te replicieren tegens den naesten op peene van
versteeck.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 23.s[ten] 9bris 1652 coram Ghijsen, Finniger,
Walthouwers en[de] Jan Meesssen,
schepenen.
Peter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peter
Scheijen, arestant.
Den voern[oemde] gearestierden
versoeckt dat den voers[eijde] arestant sal hebben naer te coemen
U[we] E[erwerden] lest gegeven decreet op peene etc. ende dien niet
tegenstaende persistiert bij sijne leste versoeck van te stellen van
naerder cautie alhier in loco executabel andersints
protestiert.
Decreet:
Wordt den arestant belast te
replicieren op peene van absoluijt [ver]steeck.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 15 februarij 1653 coram Finniger, Walthouwers
en[de] Jan Meesssen,
schepenen.
Den
momber des Heeren, arestant, tegens Henderick vanden
Hoeff staende pro re
arestate.
Den voer[noemde] arestant exhibiert
reeden van arest, ende bij falt van antwordt [ver]soeckt 1º defalt
met heerdaechsel ut moris.
[47]
Jan Meessen relatiert 't
dagement.
Decreet:
Wordt het eerste defalt gewesen met
herdaechsel ut moris.
Peter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peter
Scheijen arestant.
Den voern[oemde] gearestierden
versoeckt dat den arestant alsnu promptelicken sal voldoen van
replicque alias contendiert als nu tot absoluijt versteeck cum
expensis.
Decreet:
Schepenen inherieren hun voergaende
decreten ende belasten aenden arestant nochmael te replicieren op
peene van absoluijt [ver]steeck voer nu alsdan, ende alsdan voer nu
salva inthima[tion]e.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 7.d[en] Martij 1653 coram Finniger, Meessen en[de]
Walthouwers, schepenen.
Den
momber des Heeren, arestant, tegens Henderick Schillinx,
staende pro re arestata.
Den voern[oemde] arestant
[ver]soeckt alsnu iiº defalt gedecretiert te worden met versteeck
van alle exceptien declinatoir dilatoir herdaechsel ut
moris.
Jan
Meessen relatiert den gearestierden
alhier ten huijse van Aert
Aerts persoenlick te hebben
herdaecht op den lesten genachten dach.
Decreet:
Wordt het tweede defalt geweesen met
herdaechsel ut moris.
Den
momb[er] des Heeren, cla[gere], tegens Mathijs Steentgens
alias als cautionaris
voer sijnen soen, becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [48] segt
mits dat den voern[oemde] cautionaris blijft in mora te voldoen den
gemaeckten accordt tusschen hun tesamen opgericht [ver]soeckt
permissie om daer voer te meugen promptelicke te
executieren.
Decreet:
Wordt
geordonnert aen Mathijs
Steentgens dat hij het gemaeckten
accordt sal voldoen binnen den tijt van drij dagen op peene van
parate executie.
Peeter Bemelmans,
gearestierde, tegens Peeter
Scheijen arestant.
Den
voern[oemde] gearestierde versoeckt dat U[we] E[erwerden] lest
gegeven decreet alsnu sal sijn volcomen effect sortieren te meer dat
het selve op behoirlicken tijt is geinsinueert deur Dries Queesen gelick den selven sal
relatieren.
Andries
Queesen relatiert dat hij op
voerlieden donderdach tot Maestricht aende huijsvrouwe van Peeter Scheijen geintimeert
te hebben, dewelcke gaff voer antwordt dat sij dat schrijvens aen
haeren man soude aendienen.
Schepenen inherieren hunne
voergaende decreeten, ende versteecken den arestant van replicque
ende permittieren den gearestierden voerders te doen in saecke naer
behoeren.
Andries
Queesen in persoen [ver]soeckt een
gerichtelick afferbott gedecretieert te worden van een hellicht van
een weijde die de weduwe van Jan Pirong is besittende geleegen tot
Strabach genaemt Panhuijs middelste weijde regenoet ter eender
sijden Willem Oensel,
ter ander sijden Joncker
Spee, oft dat de selve sullen coemen docieren bij wat tijtele
dat sij deselve sijn besittende.
[49] Decreet:
Wordt het gerichtelick afferbott
gedecretiert ende gewesen te condigen ende parthijen te daegen
tegens den naesten.
Depost.
Peter
Scheijen, arestant,
tegens Peter Bemelmans,
gearestierde; den voernoemden arestant exhibiert pro ut dat scripto
contendierende pro ut ibidem.
GENACHTINGE GEHOUDEN den 15. Martij
1653.
Dries
Queesen,
affgebiedere, tegens die weduwe van Jan Pirong,
gedaechde.
Den voern[oemde] affgebiedere
exhibiert redenen van afferbott contendierende pro ut in de selve.
Ende in cas van eene oppositie oft contradictie [ver]soeckt 1º
defalt herdaechsel ut moris.
Jan
Meessen,
scheepen, relatiert het afferbott behoirlick gecondicht ende 't
dagement gedaen te hebben.
Decreet:
Wordt het eerste
defalt geweesen herdaechsel met condemnatie etc.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 29.s[ten] Martij 1653 coram Ruters,
Walthouwers en[de] Meessen,
schepenen.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwe Jan Pirong,
[ver]werdersse.
Die voern[oemde] aen[legge]re
versoeckt antwordt ten principalen alias contendiert tot
[ver]steeck.
[50] Die [ver]werdersse versoeckt
copie om etc. mits neder leggende die costen contumaciael ende
permissie.
Decreet:
Habeat copiam et respondeat ad
primam.
GENACHTINGE GEHOUDEN den 3.d]en]
Maij 1653.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwe Pirong,
[ver]werder[ss]e.
Die voern[oemde] aen[legge]re
[ver]soeckt antwordt alias etc.
Decreet:
Wordt aende verwerdersse
geordonneert te antworden tegens den naesten op pene
etc.
Den
edelen Heere Drossaert voer Jacob vanden
Heuvel,
aenl[egge]re, tegens Mathijs
Knubben, [ver]werdere.
Die voern[oemde] aen[legge]re
exhibiert claecht ende bij falt van antwordt oft contradictie
versoeckt 1º defalt.
Dries
Queesen relatiert 't
dagement.
Decreet:
Wordt de eerste defalt geweesen
herdaechsel ut moris.
GENACHTINGE GEHOUDEN den 14.d[en]
Junij 1653 coram omnes
schabini.
Die
weduwe wijlen van Jan
Pirong, affgebodene, tegens Dries Queesen,
affgebieder.
Die
voern[oemde] weduwe afferbott gedaen ende gedaecht ter instantie van
Dries Queesen over seecker weijde in des
voern[oemde] Queesen aensadt ende conclusie naerders vermelt
[ver]soeckt voer alle voerdere procedures alsnu [51] gerichtelick te
selve voer U[we] E[erwerden] ontslagen te worden, om sulx gedaen
sijnde voerders tegens teneur ende contenue des voer[noemde]
aensetts ende conclusie, waer aff alreede copie gelicht is, te doen
soe ende gelijck haren Raet sal gedragen, met inthimatie des
ontslachs aen parthije behoirlick te doen cum
expensis.
Den affgebiedere niettegenstaende
het versoeck van ontslach des afferbots [ver]soeckt dat aende
affgebodene peremptoiren termijn sal gestelt worden om te antworden,
ende bij falt van dijen contendiert tot versteeck.
Die [ver]werdersse
persistiert.
Den aen[legge]re van
gelijcken.
Decreet:
Wordt de [ver]werdersse het
versoechde ontslach des afferbotts geaccordiert mits dat den
affgebiedere 't selve sal worden geinthimeert ende belasten nietemin
die [ver]werdersse tegens den naesten te antworden ten principalen
peremptorie.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 28 Junij 1653
coram Walthouwers
en[de] Meessen.
Die
weduwe van Jan Pirong,
[ver]werdersse, tegens Dries
Queesen, aen[legge]re.
Die voern[oemde] verwerdersse
voldoende U[we] E[erwerden] decreet van de leste roll exhibiert
antwordt [ver]soeckt aende aen[legge]re geordonnert te worden te re
repliceren si velit alias etc.
Den aen[legge]re [ver]soeckt
copie.
[52] Decreet:
Wordt de versoechde copie
geaccordiert ende belast te replicieren ad primam op peene
etc.
Jan
Doutsenberch ende
Jan Crets,
gedaechdens, tegens Jan
Revier, aen[legge]re.
Die voer[noemde] gedaechdens
protestieren van hunne speciale comparitie, [ver]soeckt dat het
afferbott gedaen bij den aen[legge]re op seecker weijde ende lant
voer U[we] E[erwerden] sal worden ontslagen ende dat den
aen[legge]re alsnu sal edieren redeenen van afferbott conform den
reglement vanden 19[den] A[p]r[i]le op peene van nulliteijt vanden
dagement met condemnatie van costen van diesen dach sustinierende
teselve alsoe te behoeren cum expensis.
Jan
Renier,
aen[legge]re exhibiert redenen van afferbott ende versoeckt aende
gedaechdens geordonneert te antworden tegens den
naesten.
De gedaechdens onder expresse
protestatie, ende van alle exceptien te blijven in geheel
[ver]soeckt copije vande geexhibierde redenen van
afferbott.
Decreet:
Wordt aende affgeboedene hun
[ver]soeck van ontslach verleent ende belast te antworden tegens den
naesten op peene etc.
[53]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 12.d[en] Julius 1653 coram Finniger, Jan
Meessen en[de]
Walthouwers
Jan
Doutsenberch,
[ver]werdere, tegens Jan
Renier, aen[legge]re.
Die voern[oemde] [ver]werdere
exhibiert verbael scripto contendiert pro ut inde
selve.
Den aen[legge]re versoeckt dat hij
met die betalinge sijner rechten sal mogen wachten ad finem cause,
sullende ter naesten genachtinge overbringen acte van cautie vant
derde part van sijne gagie, 't is een arm soldaet ende die evenwel
daerom niet en behoert rechteloes te blijven sustinierende
etc.
Decreet:
Schepenen gelet op het geexhibierde
des verwerders, mede op het gealligierde des aenleggers ordonneren
aenden aen[legge]re dat hij hem sal hebben te qualificieren ende
stellen cautie ende betale[n] sijner rechten tot den recht vande
saecke sal sijn geinformeert ende belasten den [ver]werdere ten
principalen te antworden.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwe Jan van Weers,
[ver]werdersse.
Den voern[oemde] aen[legge]re copie
gelicht hebbende mits die occupatie van sijnen raet principael niet
en heeft cunnen becoemen sijn replicque sal voldoen tegens den
naesten.
Decreet:
Wordt den aen[legge]re belast sijne
[54] belofte naer te coemen tegens den naesten op peene
etc.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 20.s[ten] 7bris 1653 coram Walthouwers end[e] Meessen,
schepenen.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwe van Jan Weers,
[ver]werdersse.
Den voern[oemde] aen[legge]re
exhibiert replicque contendierende pro ut inde selve, ende versoeckt
aende verwerdersse geordonneert te worden tegens den naesten te
duplicieren op peene etc.
Decreet:
Wordt aende verwerdersse
geordonneert te dupliceren tegens den naesten op peene
etc.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 4.d[en] 8.bris 1653 coram Walthouwers [ende] Meessen,
schepen[en].
Die
weduwe van Jan Piron,
[ver]werdersse, tegens Dries
Queesen, aen[legge]re.
Die voern[oemde] verwerdersse
versoeckt copie van replijcque ende termijn om
etc.
Decreet:
Habeat copiam et duplicet ad primam
op peene van versteeck.
GENACHTINGE GEHOUDEN den 18.d[en]
8bris 1653 coram omnes
schabini.
Jan
Renier,
aenleggere, tegens Jan
Doutsenberch ende Jan Creets,
[ver]werders.
Den voern[oemde] aen[legge]re legt
neder drij stucken dienende tot qualificatie [55] sijnder
saecken.
Decreet:
Wordt aen partijen hinc inde belast
den voergaende decreet vanden 12d[en] Julius naer te coemen
peremptorie.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Jan Hornix,
becl[aechde].
Den
voern[oemde] clagere hebbende laten in arest neemen die erffen ende
gereiden toebehorende den voern[oemde] beclaechde, gelijck Jan Meessen schepen sal relatieren, mede ock
parthije gedaecht, exhibiert alsnu reden van arest, ende bij faute
van antwordt oft contradictie [ver]soeckt 1º defalt herdaechsel ut
moris.
Jan
Meessen relatiert die arest metten
dagement gedaen te hebben.
Jan
Hornick versoeckt copie met termijn
etc.
Habeat copiam et contradicat
respondeat ad primam.
Die
weduwe Jan Pirong,
verwerdersse, tegens Dries
Queesen, aen[legge]re.
Die voern[oemde] [ver]werdersse
exhibiert duplicque versoeckende de saecke geweesen te woerden in
staet.
Decreet:
Wordt de saecke geweesen in staet
ende den secretaris belast die verbaelen te extrahieren ende d'acten
te colligieren, om recht gedaen te woerden naer
behoren.
[56]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 3.d[en] Novembris 1653 coram Ghijsen, Finniger,
Walthouwers [ende] Meessen,
schepenen.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwe Pirong,
[ver]werdersse.
Die voern[oemde] aen[legge]re
versoeckt vonnis mits partie tegens dach van huijden daer toe is
gedaecht.
Die ver]werdersse [ver]soeckt van
gelijcken vonnis.
Fiat pronuntiatie
statim.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Jan Hornick,
becl[aechde].
Die voern[oemde] clagere versoeckt
dat den beclaechden alsnu ten principalen sal antworden op peene van
[ver]steeck.
Decreet:
Wordt den beclaechden geordonneert
te antworden tegens den naesten op peene etc.
Jan
Hornix,
clagere, tegens Anna
N…., beclaechde.
Die voern[oemde] clagere exhibiert
clacht ende bij faute van antwordt oft contradictie, [ver]soeckt 1º
defalt.
Jan
Meessen relatiert dat hij niemant heeft
t'huijs gevonden om 't dagement te doen.
Decreet:
Wordt aende beclaechde geordonneert
tegens 't geexhibierde te doen oft seggen tegens den naesten, et
inthimetur.
Jan
Renier,
aenleggere, tegens Jan
Doutseberch ende Jan Crets,
[ver]werders.
Den voern[oemde] aen[legge]re legt
neder beslotenen brieff vanden crichsraet van Maestricht
contendierende [57] pro ut inde selve.
Den [ver]werdere sijende dat den
aen[legge]re blijft in mora van U[we] E[erwerden] lest gegeven
decreet te voldoen versoeckt dat deselve alsnu hun volcomen effect
sullen sortie[re]n ende onder protestatien van in alles te blijven
in geheel [ver]soeckt copie vanden geexhibierden brief om
etc.
Decreet:
Schepenen
geleth hebbende op de acte ofte missive van den edelen Crichsraet
van Maestricht op huijden in recht over gegeven deur Jan Renier
[ver]claech[de]
dat den voern[oemde] Jan Renier voer noch ten
tijt te gestaen mette geprestierde cautie daer inne [ver]vatt, ende
belasten aende [ver]werders tegens den naesten ten principalen te
antworden op peene van [ver]steeck ende accordieren aende
[ver]wersersse copie vande voern[oemde] acte.
VONNIS:
In
saecke Dries
Queesen affgebiedere
tegens die weduwe van Jan
Pirong affgebodene,
gesien die reedenen van affgebott des affgebieders, de antwordt der
affgebodene, repliCque des affgebieders, dupliCque der affgebodene
op alles ripelick gelet, de schepenen ter manisse van den
L[uitenan]t Voegt, bevonden hebbende bij de duplijcke eenige nieuwe
feijten geposiert te sijn, accordieren aen den affgebiedene copie om
daer tegens te tripliceeren de costen statierende totten
diffinitiffen, aldus geraempt op den 3.d[en] 9bris 1653 in iudicio
ende gepronuntiert eodem die.
[58]
GENACHTINGE GEHOUDEN den14.d[en] 9.bris 1653 coram Walthouwers [ende] Meessen,
schepenen.
Jan
Renier,
aen[legge]re, tegens Jan
Doutsenberch ende Jan Crets,
[ver]werders.
Die voern[oemde] aen[legge]re
[ver]soeckt dat die voern[oemde] [ver]werders alsnu ten principaelen
sullen antworden volgens den decreet bij U[wE] E[erwerden] op den
derden november lestlieden gegeven opdat bij gebrecke van dijen die
peene van [ver]steeck aldaer geconvinciert sijn effect sal sortieren
te meer naer dijen den aenleggere is soldaet ten dienste van haere
Ho[ge] Mo[genden] ende daeromme behoert sommarie ende sonder jegene
van ordinaris processe worden geprocediert sustineerende teselve
alsoe te behoeren cum expensis.
Jan
Doutsenberch bij copie gesien hebbende het
decreet waerbij dat partije advers sonder suffisante cautie alhier
is geadmittiert, segt daerom alnoch wel vuijterlicken te
persistieren bij de protestatien ten dijen regarde gedaen,
gedenckende etc., ende den voern[oemde] decreet ock voldoende
exhibiert antwordt contendierende etc.
Den aenleggere versoeckt copije ende
termijn om etc.
Decreet:
Wordt die versochde copie
geaccordiert ende belast te replicieren tegens den
naesten.
[59]
] GENACHTINGE GEHOUDEN den 28 9bris 1653 coram Ghisen, Finniger, Walthouwers,
scheepenen.
Jan
Revier,
aen[legge]re, tegens Jan
Doutsenberch ende Jan Creets,
[ver]werders.
Die voern[oemde] aen[legge]re
exhibiert in plaets van replicque verbael scripto, contendiert pro
ut inde selve.
Die verwerder[s] onder expresse
protestatien van te blijven in geheel versoeckt copie van het
geexhibierde verbael scripto om etc.
Decreet:
Habeat copiam et duplicet ad
[pri]mam.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwe Pirong,
verwerdersse.
Die voern[oemde] aen[legge]re
hebbende copie gelicht, sal voldoen tegens den
naesten.
Decreet:
Fiat tegens den
naesten.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Jan Hornich,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
alnoch antwordt ten principaelen alias contendiert tot
[ver]steeck.
Decreet:
Wordt den beclaechden geordonneert
te antworden tegens den naesten peremptorie.
Jan
Hornich,
clagere, tegens Anna
Stieg, becl[aechde].
Die voern[oemde] clagere exhibiert
pro ut dat scripto contendierende pro ut inde
selve.
Decreet:
Wordt aende verwerdersse
geordonneert [60] te antworden tegens den naesten peremptorie et
inthimetur.
GENACHTINGE GEHOUDEN den 12d[en]
December 1653 coram
omnes schabini.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwes Pirong,
[ver]werdersse.
Die voern[oemde] aen[legge]re
exhibiert triplicque contendierende pro ut inde selve, ende
verseuckt dat aende verwerdersse sal worden geordonniert te
quadrupliceeren, alias etc.
Die verwerdersse versoeckt copie om
etc.
Decreet:
Habeat copiam et quadruplicet ad
[pri]mam.
Jan
Revier,
aen[legge]re, tegens Jan
Doutseberch en[de] Jan Creets,
[ver]werders.
Den voern[oemde] aen[legge]re
repetiert sijne leste geexhibierde ende bij faute van geene
voldoeninge van de lesten decreet [ver]soeckt de saecke geweesen te
worden in staet.
Decreet:
Wordt aende [ver]werders
geordonneert nochmaels tegens 't geexhibierde verbael te doen oft
seggen tegens den naesten, alias dat de saeck sal worden geweesen in
staet.
Jan
Hornix in persoen, aen[legge]re, tegens
Anna Stieg,
verw[erdersse].
Den voern[oemde] aen[legge]re
versoeckt dat die [ver]werdersse alsnu sal [61] voldoen van antwordt
alias contendiert tot [ver]steeck.
Decreet:
Wordt aende [ver]werdersse nochmaels
geordonneert te antworden ten principaelen op peene van absoluijt
versteeck.
Den
momber des Heeren, cla[gere], tegens Jan Hornick,
becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere [ver]soeckt
dat den voern[oemde] beclaechden alsnu ten principaelen sal
antworden alias contendiert tot absoluijt
versteeck.
Jan
Hornix
in
persoen submittiert hem
tot dese goede Justitie 'tgene hem bij deselve sal worden
te laste geleit sal hem daer naer regulieren, protestiert van
voerdere costen.
Den
Edelen Heere Drossart,
clag[ere] tegens den Heere Proest van St. Geerlach,
becl[aechde].
Den voern[oemde] Heer clagere
exhibiert clacht ende conclusie, ende bij falt van antwordt ofte
contradictie versoeckt 1º defalt herdaechsel ut
moris.
Mathijs
van Stockraet relatiert het schriftelick
dagement gedaen te hebben, en[de] copie
gedelibereert.
Decreet:
Habeat 1º defalt herdaechsel ut
moris.
[62]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 23s[ten Januarij 1654 coram Finniger,
Walthouwers [ende] Meessen,
schepenen.
Jan
Doutseberch ende Jan
Creets,
[ver]werders, tegens Jan
Renier, aen[legge]re.
Die voern[oemde] [ver]werdere[n]
exhibiere[n] persisteringe loco duplice, contendierende pro ut
ibidem ende [ver]soeckende dat de saecke sal worden gehouden voer
gesloten om etc.
Decreet:
Wordt de saeke geweesen in staet
ende den secretaris belast die verbaelen te extrahieren ende d'acten
te colligieren om recht gedaen te worden naer
behoren.
Den
Heere Proest van St.
Geerlacht, beclaechde, tegens den Heere Drossart,
clagere.
Den voern[oemde] Heer Proest onder
alle expresse protestatien van in alle exceptien ende andere
beneficien van recht te blijven in geheel versoeckt copie uijt de
clachte ende conclusie bij den Heer Drossart tegens hem overgegeven,
om die hebbende te doen pro ut consilij.
Decreet:
Wordt aenden Heere Proest copie
geaccodriert mits refundierende die costen
contumaciael.
[63]
Dries Queesen,
aenleggere, tegens die weduwe Pirong,
[ver]werdersse.
Die voern[oemde] aen[legge]re
versoeckt dat aende verwerdersse sal dach geprefigiert worden om te
quadruplicieren ende dat op peene van versteeck.
Decreet:
Wordt aen die verwerdersse
geordonneert te quadrupliceeren tegens den naesten op peene
etc.
Depost:
Die verwerdersse exhibiert
quadruplirt versoeckt dat de saecke geweesen te worden
in staet.
Fiat.
Den
momber des Heeren hebbende tegens dach van huijden laeten bedagen Jan Crumbach ende Willem Kangen,
den voern[oemde] momber exhibiert [ver]soecke scripto,
contendeerende pro ut ibidem.
Jan
Crumbach onder alle expresse protestatien
versoeckt copie vuijt het geexhibierde versoeck scripto om
etc.
Decreet:
Wordt
aen Jan Crumbach copie geaccordiert, ende des
nietemin aen beijde gedaechdens belast den teneur vanden verseuck
bij den voern[oemde] momber overgegeven naer te coemen, op de peene
inden selven verseuck [ver]vatt.
Dries
Walthouwers legt neder interrogatorien
[ver]soeckt de getuigen daer over [ver]hoert te
worden.
[64] Fiat.
Den momber des Heeren legt needer
interrogatorien [ver]soeckt die getuigen daer inne genomineert daer
over [ver]hoert te worden mits de selve daer toe sijn
gedaecht.
Fiat.
GENACHTINGE
GEHOUDEN den 6.d[en] Februarij 1654 coram Walthouwers [ende] Meessen,
schepenen.
Dries
Queesen,
aenleggere, tegens die weduwe Pirong,
[ver]werdersse.
Den voern[oemde] aen[legge]re
versoeckt pronuntiatie van vonnis, mits dat partijen daer toe sijn
gedaecht.
Fiat pronuntiatie
statim.
Jan
Dousenberch ende Jan Creets,
verwerders, tegens Jan
Revier, aen[legge]re.
Die voern[oemde] [ver]werdere[n]
versoecken pronuntiatie van vonnis mits partijen sijn
gedaecht.
Fiat statim.
Jan
Hornix,
aen[legge]re, tegens Anna
Stieg, [ver]werd[ersse].
Die voern[oemde] aen[legge]re siende
dat die [ver]werdersse in mora is blijvende van te voldoen U[we]
E[erwerden] decreet contendiert alsnu tot
[ver]steeck.
Decreet:
Schepenen insereeren hunne
voergaende decreeten ende versteecken die verwerdersse van antwordt
[ende] den aen[legge]re gepermittiert te dienen van
proffijt.
[65]
Jan Crumbach tot voldoeninge van U[we]
E[erwerden] decreet in saecke des momber des Heeren exhibiert
verbael scripto daer bij geveugt seecker copie van transport de dato
den 4.d[en] Januarij 1612 contendierende pro ut in de selve, et
sustineerende daer meede te gestaen.
Decreet:
De
schepenen belasten aen Crumbach ende Willem
Kangen copie autenticqe
van hunne bescheiden over te bringen tegens den naesten op peene als
voer et inthimetur.
Andries
Walthouwers,
clagere, tegens Geet
Roelants, beclaechde.
Den voern[oemde] clagere exhibiert
clacht ende conclusie ende bij faute van antwordt ofte contradictie
[ver]soeckt 1º defalt met versteeck van alle exceptien declinatoir
herdaechsel ut moris.
Dries
Queesen relatiert 't
dagement.
Decreet:
Wordt de eerste defalt geweesen met
herdaechsel, ende wordt den boede belast partijen hinc inde te
sitieren om te comparieren voer dese justitie, ende dat tegen den
naesten, wesende den 20s[ten] deses.
VONNIS
In
saecken Dries
Queesen affgebiedere
tegens die weduwe van Jan
Pirong, affgebodene, gesien die reedenen van affgebotth, de
antwordt, replicqe, duplicqe, triplicque ende quadruplicqe bij de
respective partijen ingedient [66] mitsgaders die verbaelen en[de]
appointementen naergesien, de schepenen ter manisse vanden Heere
L[ieutenan]t Voegt recht doende regulieren ende wijsen parthijen op
haere geposierde feijten ten thoen die costen, statierende tooten
diffinitiffen. Aldus geraempt op den 30 Januarij 1654 coram den Heer
L[ieutenan]t Voegt ende schepenen, gepronuntiert op den 6d[en]
Februarij.
VONNIS
In
saecke Jan Renier affgebiedere tegens Jan Doutsenberch ende Jan Crets,
affgebodene, gesien die redenen van affgeboth, der affgebeiders
seker verbael versoeckt ende antwordt der affgebodene, persisteringe
loco replice der affgebieders, persisteringe loco duplice der
affgebodenen ende voerders op alle die verbaelen ende appointementen
ripelick geleth waerop te letten stonde, de schepenen ter manisse
vanden Heer L[ieutenan]t Voegt verclaeren [ende] belasten aen
partijen hinc inde dat de selve omnia et singula alhier in rechte op
den naesten rechtsdach sullen inbringen waermeede sij sullen sich
[ver]meenen te behelpen, om sulx gedaen als dan recht gedaen te
worden naer behoren, de costen statierende tot den diffinitiffen.
Aldus geraempt op den 30.s[ten] Januarij 1654 ende gepronuntiert op den 6d[en]
Februarij in iudicio.
[67]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 20.s[ten] Februarij 1654 coram den
L[ieutenan]t Voegt, Ghijsen, Finniger, Ruters, Jan Meessen [ende] Walthouwers,
schepenen.
Jan
Doutsenberch
cum
suis, verw[erders], tegens Jan Revier,
aen[legge]re.
Den
voern[oemde] [ver]werdere segt mits Jan Renier in sijne geexhibierde vanden 28
9bris lestleeden vuijterlicken heeft versoecht de saecke te worden
gereguliert ten thoen, ende den voers[eijde] Doutsenberch 't selve ock
bij sijn persistieringe loco duplice, van gelijcken [ver]socht heeft
ten eijnde om hunne geposierde feijten te probieren, ende dat voer
sulcx het vonnis interlocutoir bij U[we] E[erwerden] daerover
gegeven, anders off voerders en kan off en vermach [ver]staen worden
als conform die voern[oemde] [ver]soecken, soe [ver]soeckt den
voern[oemde] Doutsenberch dat den
voern[oemde] Renier als
aenleggere sijnen thoen op dach van huijden sal affleiden oftwel van
thoen ende voerder inbrengen renuntieren om sulx gedaen sijnde, soe
van vocalen als litteralen thoen ten sijnder sijden te voldoen ten
welcken fijne hij als nu doet visie vanden calengier ende emploije
om die getuigen in margine gedenomineert ad primam daerover
verhoert, ende hune dispositive bij geschrifte geredigiert te
worden, ende voerders van litteralen thoen soe hij goet vinden sal
te voldoen naer behoren sustinierende hiermede te gestaen ende 't
selve alsoe te behoeren, ende ingeval anders protestiert van
precipitantie ende nulliteijt cum expensis et
interesse.
Decreet:
[68] Wordt aenden aen[legge]re
geordonniert hen te regulieren volgens den vonnis interlocutoir,
ende dat tegens den naesten op peene etc.
Jan
Crumbach tot voldoeninge van U[we]
E[erwerden] lest gegeven decreet exhibiert extract uijt seecker
register, ofte transporten der banck van Houtem, contendierende pro
ut inde selve, tot welcken eijnde is nochwel vuijterlicken
repeterende sijn leste [ver]bael sustineerende daer meede te
gestaen.
Den
momber des Heeren [ver]soeckt iterativelicken belast te worden aen
Willem Kangen als halffwinne van Willem Gelders van gelijcken sijne bescheijden
alhier over te geeven op dobbel peene, oft soe ende gelijck U[we]
E[erwerden] naer exigentie van saecken sullen bevinden te behoren,
cum expensis.
Decreet:
Wordt
aen Willem Kangen als halffwinne van Willem Gelders belast hem te reguleeren volgens
die voergaende ordonnantie op peene van ses golt gulden ende
daerover promptelicken te worden geexecutiert et
inthimetur.
Dries
Queesen,
aen[legge]re, tegens die weduwe Jan Pirong,
[ver]wer[dersse].
Die voern[oemde] aen[legge]re segt
mits occupatie van sijnen raet principael sal voldoen van thoen ad
vel infra primam.
Fiat tegen den
naesten.
Den
momb[er] des Heeren, cla[gere], tegens Jan Hornick,
becl[aechde].
Die voern[oemde] clagere [69] segt
mits den voern[oemde] beclaechde hem onlangs heeft gesumitiert aen
dese Justitie omme de saecke te accom[m]odeeren [ver]soeckt dat te
selve alsnu sal geschieden, sustineerende etc.
Fiat statim.
Andries
Walthouwers,
clagere, tegens Geet
Roelants, becl[aechde].
Die voern[oemde] clagere repetiert
sijne clachte, versoeckt het tweede defalt alsnu gedecretiert te
worden met [ver]steeck van alle exceptien declinatoir dilatoir
herdaechsel ut moris.
Dries
Queesen relatiert
citationem.
Jan
Hornix,
clagere, tegens Anna
Stieg, becl[aechde].
Den voern[oemde] clagere sijnde ter
lesten rollen bij U[we] E[erwerden] hem gepermittiert te dienen van
proffijt exhibeert libel van directie, [ver]soeckende de getuigen
daer bij gedenomineert sullen worden [ver]hoert, [ende] dat haere
depositie sal worden geredigiert bij geschrift om
etc.
Anna
Stieg comparierende in eegene persoen
verclaert dat sij onlangs den persoen van Jan Hornix geiniuriert heft gehadt, deselve
iniurien revocerende, ende den voern[oemde] Hornix houdende voer een
eerlick man, ende voerders daer hem alle andere nabuijren sijn
voerhoudende verhoepende met die gratie Godts nu met malcanderen in
vrintschap te leeven, gelijck goede nabuijren
behoren.
[70]
GENACHTINGE GEHOUDEN den 6.d[en] Martij 1654 coram Jan Meessen ende Walthouwers,
schepenen.
Dries
Queesen,
aenleggere, tegens die weduwe Pirong,
[ver]werdersse.
Die voern[oemde] aenleggere
exhibeert emploije beneffens seecker copie van een acte van cessie
gepassiert voer schepenen deser banck op den 24s[ten] Martij 1653,
contendierende pro ut in de selve, renuntierende salvo nodrufft van
voerderen thoen ende versoeckende dat aende [ver]werdersse
peremptoiren termijn sal gestelt worden met haren thoen voerts te
vaeren, si quem habeat alias etc.
Decreet:
Wordt aende verwerdersse belast
haeren thoen aff te leijden tegens den nesten, op peene
etc.
Den
momber des Heeren, clagere, tegens Willem Kangen als halfwinne van Fabers,
gedaechd[e].
Die voern[oemde] clagere repetiert
sijne voergaende versoecken ende daer op gevolchde peenaelle
ordonnantie versoeckt alsnu effect van dien, alias dat de peene daer
inne vermelt als nu bij middel van executie sal woerden voltrocken
sustineerende 't selve alsoe te behoren ingeval anders
etc.
Willem
Kangen in persoen exhibiert seecker
verbael scripto beneffens eene attestatie, contendeerende pro ut in
deselve.
Den voern[oemde] momber versoeckt
visie [71] ende visie gehadt hebbende versoeckt copie om
etc.
Habeat copiam, et
contradicat.
Jan
Doutsenberch
cum
suis, [ver]werdere[n], tegens Jan Revier,
aen[legge]re.
Den voern[oemde] verwerdere
versoeckt dat den aenleggere op dach van huijden promptelicken sal
naer te coemen U[we] E[erwerden] lest gegeven decreet int affleijden
van thoen alias daer aff te sijn ende blijven
[ver]steecken.
Decreet:
Wordt aenden aenleggere
geordon[n]eert tegens den naesten sijnen thoen aff te leiden
peremptorie.
Lins
Crumbach soe voer hem als sijne sustere
versoeckt eenen gerichtelicken commer aengeslagen te woerden over
d'erffen toebehorende Mathis
Claessen ende sulx om
reedenen gelijck sij naerders tegens den naesten dach van rechten
bij aenspraecke ende conclusie sullen deducieren om
etc.
Decreet:
Wordt den gerichtelicken commer
aengeslagen, ende den boede belast den selve te condigen, tegens den
naesten, ende partije te daegen om tegens den naesten coemen
t'aenhoren alsulcken heisch ende conclusie tegens hem sal worden
genomen.
Per Extractum
[w.g.]
A.Walthouwers
Schab[i]n[us]
loco secretarij.
|
©
Heemkundevereniging Houthem-St.
Gerlach |
|
|