Oecumenisch Zorgcentrum Vroenhof
Th. Hustin,
montfortaan
Een hele mondvol en
daarom schakelen we maar over op het kortere OZV als we het
over het zorgcentrum hebben en naar Montfortaans Convent, als
we spreken over het kloostergedeelte.
Gelukkig is mij niet
gevraagd te schrijven over de geschiedenis van Vroenhof. Dat
zou ook een overbodige vraag zijn geweest omdat, wat over het
oude Vroenhof bekend is, voortreffelijk werd beschreven in
Houthems Verleden van de hand van Dhr. Philippens. Over
Vroenhof als zomerhuis is bekend dat, in het begin van deze
naar zijn einde toesnellende eeuw, de familie van Baron
Michiels van Kessenich genoot van het fraaie landgoed en het
gebruikte als zomerhuis. De groten van deze aarde hebben
steeds paradijselijke plekken weten te vinden voor hun
zomerverblijven. Als je zo pas terug bent uit Rome en de
villa Hadriana in Tivoli bezocht, dan wordt dit bevestigd.
Keizer Hadrianus had er zijn paleizen gebouwd in de luwte van
Albaanse bergen, waar nu nog de Castelli Romani voor de koelte
zorgen in de hete Italiaanse zomers. Ook de Pausen hebben een
hemels verblijf gevonden in Castel Gandolfo, waar zij uitzagen
vanuit de hoogte op het blauwe meer van Alban.
We weten dat na de
grote Ruys, opvolger van Michiels, nog een Heer Franquinet
eigenaar was van Vroenhof en ook Houthem ongetwijfeld koos
vanwege de prachtige natuur, die in die tijd nog niet werd
ontluisterd door jakkerend blik op vier of twee wielen, beide
zorgend voor alles behalve zuivere lucht.
Jammer dat, nu de
Geul weer bijna helemaal helder is, de weg tussen onze mooie
Geuldorpen steeds meer als een stinkende rivier wordt. Dit
heeft natuurlijk niets met mijn onderwerp te maken, maar mag
wel gelezen worden.
In 1927 werd
het mooie zomerhuis, nederig stulpje, verkocht aan de zusters
van Heerlen, officieel genoemd De Kleine Zusters van de H.
Jozef, gesticht door de Heerlense priester Mgr. Savelberg, die
op de lijst staat van eerbiedwaardigen die binnen niet al te
lange tijd zalig verklaard worden. We kunnen met zekerheid
aannemen dat hij nooit in klooster Vroenhof is geweest; hij
stierf in 1907. Zijn zusters hebben in de betrekkelijk
korte tijd toch heel wat goed gedaan in het Houthemse.
Tijdens de bouwtijd
in Vroenhof bleef menigeen stil staan bij de afbraak van de
oude 'bewaarschool' en 'naaischool', waar de Montfortanen
later de werkplaatsen in vestigden. Waar vroeger de heldere
kinderstemmetjes zongen van Ringelaringelarose, of iets
dergelijks, snorden toen de machines van broeder Leo en Aloys.
In de gang van het mergelstenen huis, dat eigenlijk als
Oude Pastorie bekend staat, zijn nog de ouderwets gezellige
tegels te zien, die je vroeger in alle scholen zag. Wat
primitieve tekeningen staan nog op de zijgevel; tekeningen die
volgens mij een onze-lieve-vrouw voorstellen in hemels
blauw.
De zusters zijn
waarschijnlijk niet rijk geworden aan het slecht gesubsidieerd
onderwijs in Houthem. Ze moesten daarom de ruime en prachtig
gestucte kamers van het landhuis verhuren aan dames van
gegoede stand zoals het toen heette. Zelf moesten ze tevreden
zijn met kleine hokjes op de zolder. Monseigneur Moors heeft
later gedacht dat dit toch eigenlijk geen missionnair werk was
in een tijd dat gebrek ging komen aan religieuzen, die
dienstbaar moesten zijn aan de meest arme en ongelukkigen van
de samenleving. Dienstmeisje spelen van rijke dames was nu
niet precies de doelstelling van de congregatie. Wat er ook
van zij, dit was een van de redenen waarom de zusters het huis
verkochten. De zusters zijn dan vertrokken in 1964.
Het is leuk te weten
dat de tegenwoordige pastoor van de Nicolaas- en
Barbaraparochie van Valkenburg als kleine jongen zijn
tante-zuster bezocht in het huis waar hij later als
Montfortaan aan verbonden zou worden. Dat zijn naam en die van
zijn broer nog te lezen zijn in de bast van een eeuwenoude
beuk, moet maar niet te hard gezegd worden. Hij heeft het
overleefd, de beuk zowel als de pastoor.
Pater Limpens weet
nog verhalen te vertellen over zijn vader die in dienst was
van de zusters. Hij was sterk betrokken bij de verbouwingen in
die tijden.
De Montfortanen, een
congregatie die in het Zuid-Limburgse bekend staat als De
Paters van Schimmert, zaten in die tijd met een dubbele zorg.
Het noviciaat dat in Meerssen in de Bunderstraat lag, was te
groot geworden. Kloosters elders in den lande konden niet
langer zorgen voor de steeds toenemende bejaarde medebroeders.
Van die twee problemen heeft de toenmalige leiding wel wakker
gelegen, maar ik dacht dat ze een voor die tijd moedig besluit
namen. Het noviciaat werd overgeplaatst naar het landelijke en
rustige Vroenhof, waar ook ruimte was om werkplaatsen in te
richten voor de broeders, die daar hun vakken konden
uitoefenen ten behoeve van de andere huizen. Het huis van
de Bunderstraat, waar het noviciaat al sinds 1903 was
gevestigd, werd nu huis voor de bejaarde medebroeders. Het is
leuk te weten dat in het Deens een bejaardenhuis "hus vir
gammele" heet. Commentaar overbodig. |
|
Over die periode is
meermalen geschreven in Limburgse bladen zoals blijkt uit een
goed bijgehouden lijst van de Heemkundevereniging. We weten
dan dat Vroenhof afbrandde, herbouwd werd en tamelijk snel
daarna van noviciaat voor jonge kerels rusthuis voor 'gammele'
religieuzen werd.
Op 1 november 1969
werd het Montfortaanse convent voor ouderen geopend. Enige
jaren later volgde de erkenning als KBO,
Kloosterbejaardenoord. Dit hield in dat een bejaardenhuis
verbonden werd aan een klooster. Het begin was gemaakt en het
duurde niet lang of behalve Montfortanen kwamen ook
religieuzen, zusters van andere congregaties. Daar was
uitbreiding voor nodig en in 1976 kwam deze gereed. Er
kwam ook de officiële erkenning als bejaardenoord voor 65
religieuzen. Behalve de Montfortaanse bewoners kwamen
langzamerhand religieuzen van verschillend pluimage, om het
maar eens minder officieel te zeggen. Over die periode en
de gebeurlijkheden rond dit Houthems stukje geschiedenis is
het een en ander verschenen in de diverse Valkenburgse
periodieken of regiobladen.
De nieuwste periode
in de geschiedenis van Vroenhof wordt ingeluid door de fusie
tussen Huize Avondvrede en Huize Vroenhof in de Stichting
Oecumenisch Zorgcentrum Vroenhof. Dit initiatief maakte
het mogelijk een aantal verzorgingsplaatsen te behouden voor
de gemeente Valkenburg aan de Geul. In 1994 hebben de
Montfortanen zich bereid verklaard het onroerend goed over te
doen aan de Stichting OZV. behalve het gedeelte dat langs de
provinciale weg ligt. Hiermee hebben ze aan de Stichting de
mogelijkheid gegeven de voorgenomen plannen te verwezenlijken.
In een latere fase werd Huize van Espen toegevoegd aan de
Stichting en Avondvrede was bereid een deel van de ingebrachte
verzorgingsplaatsen ter beschikking te stellen van de bekende
'witte vlek' in de regio Margraten. Er is veel overleg
nodig geweest tussen vele mensen, maar uiteindelijk kreeg men
verlof om nieuwbouw te plegen. Jammer genoeg moest een
gedeelte van de nog recente aanbouw en een flink gedeelte
mergelbouw verdwijnen omdat er bouwverbod lag op het park. Dit
is ook de een van de redenen waarom de nieuwe centrale keuken
zo pardoes voor de nieuwbouw is komen te liggen. Binnen niet
al te lange tijd gaat ook de slopershamer tekeer tegen de oude
pastorie, die wij het zustershuis noemen, zodat het
mergelstenen kerkje helemaal vrij komt te liggen. Van het
oude 'onderwijscentrum' van Houthem is dan niets meer
over.
Putweg 1 zal het
adres blijven van de OZV; op Vroenhof 87 zal het convent, het
klooster, blijven. Dit zal in het begin van het volgend jaar
van binnen gerenoveerd worden en er zullen 12 appartementen
verwezenlijkt worden voor de nog niet verzorgingsbehoeftige
paters en broeders en als er plaatsen over zijn ook voor
anderen. Men mag stellen dat Putweg 1 de plaats was waar
vele Houthemers hun onderwijs begonnen, hun eerste stap zetten
op de weg naar ontwikkeling. Misschien zal menigeen er weer
terug komen om de laatste dagen te slijten. Naarmate de
religieuzen uitstromen, zullen de niet-religieuzen instromen,
plechtig gezegd.
Als Montfortanen zijn
we blij dat we iets mochten bijdragen aan de verwezenlijking
van een zorginstelling voor het mooie Geuldal, waar het goed
toeven is na een leven van zorg voor anderen.
|