Inwonerslijst Geulhem
1796
Bron: In en om de Geulhemmergroeve /
John Knubben. - 2008
Uit de gegevens die de volkstelling
1796 opgeleverd heeft zijn interessante feiten naar voren gekomen. Ze geven een
beeld van het gehucht Geulhem omstreeks 1796. De Geulhemmermolen en de
Geulhemmergroeve namen er een centrale plaats in. Ze waren voor de hele regio
belangrijk.
Uit de gegevens van de telling blijkt duidelijk, voor zover dat nog niet bekend
was, dat de bewoners van de grotwoningen behoorden tot de minvermogenden. Waar
mogelijk, zijn de gegevens door John Knubben gecombineerd met informatie uit
archieven van de schepenbank Berg en de parochie Berg. Daarnaast zijn ook
gegevens uit het geboorte- en overlijdensregister opgenomen.
Het resultaat volgt hieronder:
|
|
|
|
Nr. 54 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Gillis (Aegiidius) Kaelen, (Caelen), 90 jaar, eenen ouden douven
onnoselen man.
Katherina Lenders (Leenders), 80 jaar.
Woonplaats:
Geulem in den Berg.
Aankomst in de gemeente:
1750.
Aanmerking:
Desen man heeft door den armoet een huysken in den berg, altit daarin
gewoent. |
|
In deze grotwoning woonden verder nog zijn
tachtigjarige vrouw Katherina Lenders (Leenders) en nog twee inwonende
kinderen van respectievelijk 36 jaar en 24 jaar oud. Tussen 1749 en 1761
zijn bij dit echtpaar 6 kinderen geboren. Drie van de kinderen zijn
gestorven op respectievelijk 12-jarige en 17-jarige leeftijd. Dit toont
dat de sterfte in die dagen vrij hoog was. Armoede zal hierbij zeker een
rol gespeeld hebben. Daarnaast stond de medische wetenschap nog in haar
kinderschoenen. De oude heer Kaelen heeft volgens de beschrijving altijd
in de berg gewoond. Als men de 'aanmerking' van de ambtenaar
interpreteert kan men daaruit concluderen dat de grotwoning die hij
bewoonde mogelijk reeds voor 1750 bestond. |
|
|
|
|
Nr. 55 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Peter Sleypen, 80 jaar, eenen armen wever.
Anna Maria Pessers, 70 jaar.
Aankomst in de gemeente:
1755
Aanmerking:
Desen man leyt op sijn agtersten. Verwachten alle uren het eynde van
syn leven
|
|
Sleypen (Sleijpen) bewoonde
ook een grotwoning. Volgens de ambtenaar verkeerde Sleypen ten tijde van
de volkstelling in een zeer slechte conditie. Men verwachtte zelfs ieder
moment zijn dood te vernemen. Volgens het geraadpleegde
overlijdensregister heeft Sleypen het echter nog een hele tijd
volgehouden, want hij stierf pas op 31 maart 1803. Uit het doopregister
bleek dat Sleypen op 28 september 1728 in Houthem geboren was. Hij is in
1762 te Berg en Terblijt gehuwd met de 10 jaar jongere Anna Maria
Pessers. De ambtenaar die de telling verricht heeft beschrijft Sleypen
als een arme wever. In jaarrekeningen van de parochie komen we bij zijn
naam herhaaldelijk de opmerking tegen. Hij was dan blijkbaar niet in
staat de voor hem verplichte jaarlijkse tiendenheffing te voldoen. Een
tiend was een belastingheffing ter grootte van een tiende deel van de
oogst. Een grote tiend was de heffing over koren en een kleine tiend was
de heffing over andere veldvruchten. Uit dit gegeven blijkt dat Sleypen
een klein stukje land van het kapittel van Sint Servaas in pacht had
waardoor hij deze verplichting aan de pastoor had. Het blijkt dat hij in
de jaren 1772 tot 1783 niet betaalde. In 1783 betaalde hij wel. In de
jaren 1784, 1785. 1786 en 1791, 1793 tot en met 1796 was hij wederom
niet in staat te betalen. |
|
|
|
|
Nr. 56 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Gillis Buysers, 50 jaar, eenen dagloender,
Sofia Dobbelsteijn, 50 jaar.
Annagriet, 23 jaar.
Aankomst in de gemeente:
hier geboeren.
Aanmerking:
Hij doet eenen lastigen arbeijt in den berg voor den koost te winnen. |
|
Buysers woonde
waarschijnlijk ook in een grotwoning. Hij was gehuwd met Sofia
Dobbelsteijn, welke op het moment van de volkstelling eveneens 50 jaar
oud was. Dochter Annagriet van 23 jaar woonde nog bij hen in. Uit de
opmerking van de ambtenaar kunnen we aflezen dat men eind achttiende
eeuw het werk van de blokbrekers als een zeer zware arbeid beschouwde.
Buysers werd geregistreerd als dagloner. Dat betekende dat hij ieder
werkje aannam dat hij maar kon krijgen. Men probeerde door het jaar werk
te krijgen als dienstknecht of oogsthulp bij een van de boeren in de
regio. In de winterperiode, als er geen ander werk te krijgen was, ging
men noodgedwongen blokbreken om brood op de plank te krijgen.
De kerkrekeningen tonen aan dat Buysers tussen 1784 en 1787 zijn
tiendenheffing niet aan de kerk kon betalen. In 1788 vereffende hij zijn
schuld. Tussen 1793 en 1796 kon hij echter wederom niet aan zijn
plichten voldoen. |
|
|
|
|
Nr. 57 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Joannes Boisong (Boison), 52 jaar, eenen dagloender.
Elisabet Nelissen, 50 jaar.
Anna Katarina, 15 jaar.
Aankomst in de gemeente:
hier geboeren.
Kinderen onder de 12 jaar:
1 |
|
Boisong was eveneens een
arme dagloner die naar alle waarschijnlijkheid in een grotwoning huisde.
Op zijn adres stond eveneens zijn 50-jarige vrouw Elisabet Nelissen
geregistreerd. Bij hen woonde verder nog hun 15-jarige dochter Anna
Katarina. |
|
|
|
|
Nr. 58 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Lins Boisong (Boison), 46 jaar, eenen dagloender.
Barbara Crutsen, 44 jaar.
Aankomst in de gemeente:
hier geboeren.
Aanmerking: dese
sijn vrouw is dagelijks meide in de moelen om daer te doen wat noedig is
omdat sy in een kleyn huysken in den berg ...by woenen. |
|
Dit betrof volgens de
ambtenaar dus duidelijk een grotwoning. Boisong was, net als zijn
buurman, een dagloner. Zijn vrouw Barbara Crutsen, oud 44 jaar, werkte
als dienstmeid in de Geulhemmermolen. |
|
|
|
|
Nr. 59 |
Inwoners boven de 12 jaar:
In de moelen
Moelenaar
Aankomst in de gemeente:
altit geweest.
|
|
De Geulhemmermolen is, net
als de Geulhemmergroeve, altijd zeer belangrijk geweest voor Geulhem en
omgeving. Met de opmerking altit geweest geeft de ambtenaar aan
dat de molen al sinds mensenheugenis in Geulhem in gebruik was. Hij
maakt daarmee een heel juiste opmerking want in een oorkonde van 1204
wordt reeds melding gemaakt van de aanwezigheid van de molen binnen de
schepenbank Berg. Ze was belangrijk voor de regio. De inwoners van
Geulhem werd tevens een mogelijkheid geboden om aan werk te komen. De
molenaar was, net als iedereen, verplicht zijn tienden af te dragen aan
het kapittel. In de achttiende eeuw is de molen geruime tijd in het
bezit geweest van het kapittel. |
|
|
|
|
Nr. 60 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Joannes Theuwissen (Thewissen), 44 jaar, pagter en akkerman.
Anna Maria Staessen (Staes), 41 jaar.
Gertrudus: 17 jaar.
Helena: 17 jaar.
Aankomst in de gemeente:
1744.
Tijd van verblijf:
van jaeren tot jaeren.
Aanmerking: Hier
getrout en van dan hier gebleven.
Kinderen onder de 12 jaar:
4. |
|
Een van de weinige min of
meer welgestelden in dit gehucht. Joannes Thewissen had boerderij en
land gepacht van het kapittel. Hij woonde volgens de gegevens al lange
tijd in Geulhem. In hun huwelijk zijn 9 kinderen geboren. In dit gezin
stierven drie kinderen; twee als boreling en een kind op 8-jarige
leeftijd. Allerlei besmettelijke ziektes eisten destijds regelmatig een
zware tol. Kindersterfte in het kraambed kwam, blijkens deze en andere
tellingen, veelvuldig voor. Uit de kerkrekeningen is af te lezen dat
Joannes (Joes) Theuwissen een vroom persoon was. Hij schonk de kerk vele
jaren een klein bedrag en eene roesekranskse ad 25 stuyvers. |
|
|
|
|
Nr. 61 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Joannes Tonnen, 30 jaar, … en klompenmaker.
Maria Buysers, 30 jaar.
Aankomst in de gemeente:
1790 daernaer hier getrouwt.
|
|
Tonnen woonde in een
grotwoning. Het maken van klompen was een beroep dat vaak door arme
mensen werd uitgeoefend. Maria Buysers, zijn 30-jarige vrouw, werd op
hetzelfde adres geregistreerd. Op het moment van de telling hadden zij
slechts één kind van onder de twaalf jaar. Joannes was de stamvader van
een blokbrekersfamilie waarvan meerdere nazaten in de Geulhemmergroeve
gewerkt hebben. In meerdere groeven in de regio zijn opschriften van
deze familie te zien. Of Joannes Tonnen zelf ook blokbreker was, is niet
bekend. Er zijn bij de inventarisatie in de Geulhemmergroeve van hem
geen opschriften gevonden. Het is echter zeer wel mogelijk dat hij als
zodanig actief geweest is. In zijn grotwoning woonde hij immers in de
directe omgeving van de groeve. Joannes is geboren te Houthem op 26 mei
1766. Op 2 februari 1793 is hij gehuwd met eerdergenoemde Maria Buysers.
Uit dit huwelijk zijn tussen 1793 en 1807 zes kinderen geboren. Joannes
en zijn vrouw kenden op dit terrein niet veel geluk. De eerste 3 zonen
die hun geboren werden, stierven snel na de geboorte. Hun jongste zoon
Servaes stierf op 22-jarige leeftijd.
De zonen Bernardus en Servaes zijn ook als blokbreker actief geweest.
Bernardus die in 1804 geboren werd, stierf op 6..- jarige leeftijd. Hij
heeft gedurende een aantal jaren van de gemeente het recht gepacht om
uit de Valkenburgergroef (Gemeentegrot) blokken te breken. Naderhand
heeft hij ook nog een periode het recht gepacht in de Geulhemmergroeve.
Op zijn beurt heeft hij weer een aantal blokbrekers voortgebracht.
Armoede was ook in de negentiende eeuw een heel normaal verschijnsel
Blokbreken bracht blijkbaar niet veel verandering in deze situatie, want
in een verslag van de gemeenteraadsvergadering van Berg en Terblijt d.d.
16 november 1854 wordt Bernardus onvermogend verklaard en op de
armenlijst van de gemeente geplaatst. Hij was niet in staat de pacht te
betalen voor gebruik van de gemeentegronden (heipacht). Deze werd hem
dan ook kwijtgescholden. Alleen al uit het gehucht Geulhem stonden er op
die lijst 6 gezinshoofden. in 1912 verliet de laatste bewoner een
grotwoning te Geulhem. Zijn naam was Jan Tonnen. Was dat toeval? |
|
|
|
|
Nr. 62 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Willem Jansen, 31 jaar, klompenmaker.
Kornelia Buysers, 35 jaar.
Aankomst in de gemeente:
1792.
|
|
Dit betreft zeer
waarschijnlijk ook een grotwoning. Op dit adres staat de 35-jarige
Kornelia Buysers als zijn vrouw ingeschreven. Het echtpaar had op dat
moment 2 kinderen onder de 12 jaar. Klompenmaker Willem Jansen is
eveneens een zeer bekende naam in de Geulhemmergroeve. Hij heeft als
blokbreker vele opschriften op de wanden achtergelaten. Hij plaatste bij
zijn werkfront vaak een gestileerde W. Doordat in de groeve deze W
aangetroffen wordt in combinatie met aanwijzingen van de opzichter, kan
gesteld worden dat Jansen deze als een huismerk gebruikte en daarmee
zijn exploitatie afbakende. Gedurende een aantal jaren heeft hij ook van
de gemeente het recht om blokken te breken in de Valkenburger groeve
(Gemeentegrot) en de Geulhemmergroeve gepacht. |
|
|
|
|
Nr. 63 |
Inwoners boven de 12 jaar:
Hindryk (Henricus) Notten, 40 jaar, dagloender.
Maria Katherina Delnoy, 50 jaar.
Aankomst in de gemeente::
hier geboeren.
Woonplaats:
aen de bruck. |
|
Hendrik Notten woonde in
een huisje hij de brug over de Geul. Hij had het blijkbaar niet erg
breed want uit de kerkrekeningen blijkt dat hij o.a. in de jaren tussen
1789 en 1797 vaak moeite had om zijn tiendenheffing te voldoen.
Datzelfde huis heeft later maar liefst 3 generaties blokbrekers uit de Geulhemmergroeve onderdak geboden. Pieter Somers, een van de bekendste
blokbrekers uit de groeve, heeft er gewoond. Naderhand het gezin van
Hubertus Notermans. Zijn zoon Lei, de laatste blokbreker uit de
Geulhemmergroeve en steunpilaar van de stichting 'De Rotswoning' heeft
er dus eveneens zijn domicilie gehad. Het huisje is inmiddels helaas
verdwenen. |
Bron:
Archieven.nl
|
© Heemkundevereniging
Houthem-St. Gerlach |
|
|